Na het verbranden van de voorganger nabij het Pantepad in 1741, werd pas in 1757 deze nieuwe molen gebouwd. Deze molen kwam 0,2 km zuidelijker te staan, op het Roosendaalsven.
Volgens Boorsma verkreeg Dirk Tijmons de windbrief op 29 april 1758. Deze windbrief komt niet voor in het archief van de Grafelijkheidsrekenkamer, dat komt doordat dit archief tot 1729 loopt. Toen werden de Ambachtsheerlijkheden aan de plaatselijke regenten verkocht die daarna de windbrieven uitgaven.
Deze molen verbrandde op 9 februari 1838.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens", P. Boorsma 1968 blz. 129.
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 131-132.
- aanvullingen Ron Couwenhoven, 7 dec. 2018.
DE TEKST IS NOG IN BEWERKING
-----
Utrechtsche Courant, 14 feb. 1838:
"Amsterdam, 12. Februarij.
Laatstleden vrijdag namiddag, omstreeks 3 ure, is de pelmolen het Zwarte Paard, te Zaandam, toebehoorende aan den heer Hondius, eene prooi der vlammen geworden, en bijna geheel in asch gelegd. Naar men verneemt, zou echter een groot gedeelte der in denzelve aanwezige goederen nog gered zijn geworden.
(Avondbode.)"
Eric Hondius-Mesman, 26 maart 2018.