Over dit molentje, dat toch vrij lang heeft bestaan, zijn maar weinig gegevens bekend. Het betrof geen grote molen, maar een kleine met hout beklede achtkante bovenkruier. De David stond als een der weinige molens op de Hem. Dit was een stuk buitendijks land dat ten zuiden van de Hogendijk lag, in het IJ. Bij de aanleg van het Noordzeekanaal werd de Hem opgenomen bij de nieuw ontstane polders. De bekende Hembrug was naar dit stuk land vernoemd.
De molen staat op de kadasterkaart 1811-1832, en op de kaart die landmeter T. Monsieur in 1819 maakte.
In 1859 werd de molen gekocht door de firma H. de Vries Johs. & Zn. Deze firma was sinds 1802 eigenaar van de snuif- en mosterdmolen "de Huisman" op het Blauwepad in Zaandam. Met de David werden de zaken uitgebreid.
Tegen het einde van zijn bestaan werd de molen gebruikt voor het vermalen van veevoer en aanverwante artikelen. Dit gebeurde tot 1895, in welk jaar het molentje werd gesloopt. Zijn erf werd later gebruikt door de firma William Pont en bebouwd met loodsen, welke inmiddels ook weer verdwenen zijn.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 108
- "De windmolens aan de Zaanstreek" W. Buijs 1918 blz. 36
- "Jubileumboek de Zaanse molen" R. Kooijman 2000 blz. 69
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 86.