De wagenschotzager De Herderin werd gebouwd in 1686. Op 14 mei van dat jaar werd de windbrief van de molen uitgereikt aan Pieter Claesz. Lelij. Veel meer gegevens over de vroege tijd van de molen zijn er niet opgeschreven.
Op 7 december 1719 werd de molen verkocht, hij bracht toen ƒ 2800 op, bij de verkoop werd duidelijk dat de molen op een gehuurd erf stond. Vermoedelijk werden er naast de molen ook schuren en ander onroerend goed verkocht, anders is de prijs die werd betaald voor deze molen behoorlijk aan de hoge kant.
In 1726 was de Herderin het eigendom van Dirk Mighielsz.
Op 10 april 1760 werd de Herderin geveild en voor ƒ 430 verkocht. Dit was een ietwat andere geldsom dan dat er veertig jaar eerder voor de molen werd betaald. De koper van de Herderin was Claas Lourensz. Louwe. Het bedrag dat hij voor de molen betaalde doet vermoeden dat hij de molen voor sloop kocht. Dit was echter niet het geval, Louwe hield de molen tot 25 juni 1789 in zijn bezit, toen verkocht hij de molen voor ƒ 1600 aan Remmert de Vries.
De laatste eigenaar was Arend de Vries. Op 7 februari 1797 schreef de administrateur van het assurantiecontract: "De Herderin, staande te Westzaandam, afgebroken en geroyeerd".