Nadat de oude wipmolen in 1760 verbrandde, werd deze herbouwd als snuif- en verfmolen. De nieuwe molen was een achtkante bovenkruier.
De Stolp overleefde de slechte economische tijd die heerste tijdens de Franse bezetting, omstreeks deze tijd kwamen zeer veel snuifmolens in de problemen wegens gebrek aan grondstoffen. De Stolp bleef tot ongeveer 1827 in bedrijf en werd toen gesloopt. Op 28 februari 1827 werd het volgende geveild:"afbraak op het erv van de molen de Stolp".
In zijn boekje "Windmolens aan de Zaanstreek" noemt Willem Buijs, snuifmolen "de Oude Poep", welke naast "de Nieuwe Poep" stond. Deze informatie haalde hij uit de zgn. Schaatsenrijderslijst uit 1726. Deze lijst, die was opgesteld door 3 schaatsenrijders, bevatte alle molens die op dat moment aanwezig waren in de Zaanstreek met de toevoeging van de eigenaar. Boorsma stelt dat het om vergeten bijnamen gaat van snuifmolens. Ron Couwenhoven toonde aan dat De Poepin en De Nieuwe Poep bijnamen waren voor De Stolp.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 109
- "Zaanse molenbranden" R. Couwenhoven 2001 blz. 7
- "Drie eeuwen verf" Mr. D. Vis 1943 blz. 41-42
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 169.