De Karper werd gebouwd in 1712, op 28 april van dat jaar werd de windbrief voor deze mosterdmolen uitgereikt aan Claas Baartsz.
Jan Jonk verkocht de molen op 26 januari 1784 voor ƒ 725 aan Maarten Cornelisz Noomen. Het was toen nog een bovenkruiertje te oosten van de Zuiderwatering. Er vond een verplaatsing plaats naar het Papenpad, maar wanneer dit gebeurde is onbekend.
Veel meer gegevens dan dat de helft van de molen op 20 mei 1729 door de erfgenamen van Baartsz. verkocht werd aan Jan Haaring zijn er van de Karper niet. Haaring betaalde voor dit part in de molen ƒ 537. De molen werd als volgt beschreven:"de mostertmolen de Carper, ten eijnde vant Papepad". Wanneer de Karper werd gesloopt is niet bekend.
Later werd er op het erf van de molen een paltrok opgericht, die gebruikt werd voor het zagen van latten en veren. Ook deze paltrok droeg de naam "het Karpertje".
Bron:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 111
-"1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 50.