De snuifmolen de Zes Gebroeders werd gebouwd in 1727. Voor deze molen werd de windbrief op 14 januari 1728 uitgereikt aan Cornelis Duijn Deze Cornelis Duijn was op dat moment ook eigenaar van de iets westelijker staande snuifmolen "de Gekroonde Vrede".
Op 3 januari 1739 werd in Zaandam bij notaris P. Leur, het "vorff- en snuyfcontract" opgericht. Deze brandverzekering werd speciaal opgericht voor verf- en snuifmolens, maar er werden ook andere type molens tot dit contract toegelaten. Zowel "de Gekroonde Vrede" als de Zes Gebroeders werden op deze datum bij dit contract tegen brand verzekerd. De verzekerde waarde van beide molens bedroeg ƒ 2000.
Ook de Zes Gebroeders bleef lang in bezit van de familie Duijn. Op 25 juni 1777 liet de weduwe Hendrik Duijn, de molen uit het brandcontract schrijven. In 1780 kwam de molen nog éénmaal voor bij een taxatie. De waarde van de molen werd toen geschat op ƒ 3600, wat erg veel is voor een snuifmolen. Pieter Boorsma gaat er vanuit dat het hier dan ook een flinke molen betrof. Wanneer de molen precies verdween, is nog niet bekend.
Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 108-109
- "De Windmolens aan de Zaanstreek" W. Buijs 1918 blz. 80
- "Drie eeuwen verf" Mr. D. Vis 1943 blz. 66-67
- "De Schaatsenrijderslijst" 1726 [ook wel foutief Winderlijst genoemd] R. Couwenhoven
F. Rol.