Deze molen stond ten oosten van de korenmolen DE ROOSEBOOM, bij de latere spoorwegovergang in de Schrans.

De molen stond hier al in 1496, de molen werd toen aangeduid als de WIJNINGHAHORNSTER MOLLEN, in 1516 werd hij als DYE MOLEN VOER WIRDUMERPOERTE aangeduid. De molen was eigendom van het Sint Anthonie Gasthuis te Leeuwarden.

Sinds 1554 was Jan Jansz. molenaar, en in 1582 was Bauke molenaar op de molen. Beiden maalden ook graan voor het Gasthuis.

Op 9 april 1691 werd de helft van de molen verkocht voor 2150 goudgulden.

11-07-1770: Leeuwarder courant

De Notaris HENDRIK GABINI, zal op Dingsdag den 17 July 1770 's namiddags te 3 Uur praecys, ten Huize van de Makelaar Albert Miedema  in de Koornbeurs te Leeuwarden by de 2de zitdag vekopen: De Geregte Vierdepart van de ROG- en WEIT-MOLEN in de Schrans over het Pypke, dog in de Jurisdictie van de stad Leeuwarden staande, mitsgaders de voortz. gedeelte der Huizinge en Hieminge mede aldaar by Claas Tymens cum uxore wordende bewoond., met alles wat aan de Molen en Huizinge cum annexis behoort, breder by Biljetten.

13-12-1780: Leeuwarder courant

De Advocaten JOH. KRACK en LAMB PIERSON, zullen op Maandag den 18de December 1780, ten huize van Roelof Stellema Castelein in de Valk binnen Leeuwarden 's nademiddags om drie uur praecys by de Verhooging publyk by Stryk-geld presenteeren te verkopen:

I. Een vierde Gedeelte  in de Groote Agtkante Rog- en Weit-Molen' cum' annex,staande in de Schrans, dog' onder de Jurisdictie der Stad Leeuwarden, met het quoteel aandeel in Paard; Karren &c.,waar op geboden is 2000 g-gls.

11. Een gelyke vierde Gedeelte in voorschreeven Moolen. Waar op geboden is 2000 g-gls.

111. Een Huisinge cum annexis mede aldaar, thans by de Koopman o. Ronda cum uxore bewoond. Waar op geboden is 760 g gis.

Welke drie Percheelen voor het geeven-van den Finaalen Palmslag by elkander en zullen geveilt en opgeroepen worden. Alles breeder ingevolge Billetten en Conditien ; welken inmiddels' te zien zyn by voorschreeven Actuarien wonende in de kleine Hoogstraat en op den Dyk binnen voorsz. Stad

Ook in 1787 werd de molen verkocht. 

In 1818 was Egbert Th. van der Mei er molenaar [zie ook De Rooseboom, Tenbruggencatenummer 06648 r], en hij maalde onder andere voor een bakker in Oudkerk.

01-12-1837: Groninger courant

Mr. C. HARTMAN BUSMANN, Notaris te Sappemeer, zal, ten verzoeke en ten Huize van EILDERT JANS BRAAM, Grutter en Kastelein, wonende te Hoogezand, op ZATURDAG, den 23 December 1837, des avonds te 6 uren , publiek te Koop presenteren :

I. De door denzelven in eigendom bewoond wordende BEHUIZING, zijnde thans eene GRUTTERIJ en HERBERG, met Stalling voor Paarden, waarin 2 ruime Voorkamers, Open Achterkamer , Kelder en Put, met den daar achter gelegen' TUIN , slaande en gelegen te Hoogetand , Noordzijde.

11. Op AFBRAAK : den zich in voormelde Behuizing bevindenden BOEKWEITMOLEN met BOEKWEITMALERSGEREEDSCHAPPEN; en 

111. Eene LOSSE SCHUUR, staande achter voorzeide Behuizing. De Voorwaarden van Verkoop zullen acht dagen bevorens den dag van Verkoop ter lezing liggen leu Huize van Verkoop, en te vernemen zijn ten Kantore van Mr. C. HARTMAN BUSMANN. 

 

Op 5 juni 1837 werd deze standaardmolen verkocht, bij de laatste verkoping bleek dat de molen de naam DE EENHOORN had, en werd hij omschreven als een rog- en weitmolen [rog=koren]. Deze verkoping in 1837 was op afbraak.

De molen had een vlucht van 24 meter, in de molen was een paar koren- en een paar weistenen aanwezig. De molen stond voor de helft op het grondgebied van Leeuwarden, en de andere helft stond op het grondgebied van Huizum. Het adres van de molen en een woning was Bij de Wijnhornsterzijl nummer 171 en 722.