Voordat de Poederoijense polder droog gemalen werd met een stoom gemaal is dat gebeurt met wipwatermolens. Deze molens hebben gestaan op het eindpunt van de afrit naar de boomgaard van de fam. van Vugt ongeveer achter de huidige fruitschuur.

Op een kaart van Blaeu uit 1645 stond op deze plaats al een watermolen vermeld.

De laatste watermolen die in 1832 is gebouwd, had een vlucht van E. 28.74, een scheprad met een middellijn van E. 7.00, schoepen met een breedte van E. 0.46, het rad hing E. 0.76 in het water en maalde E. 2.10 boven zomerpeil. De E. staat vermoedelijke voor "el = lengtemaat, de hier veel gebruikte Brabantse el was 69,2 cm.

Deze wipwatermolen was uitgerust met een scheprad van het type onderslag. Dat wil zeggen dat het water uit de molenvliet omhoog werd gebracht op de boezem die uitwaterde op de Maas door het sluisje naast de inmiddels afgebrande boerderij van Weinand Bok aan de Poederoijense Hoek.

De molen is op 29 juli 1846 verbrand. De schade door de verzekering uitbetaald bedroeg fl. 7948,88.

Informatie van J.C.H. Tromp, 28-08-2025

09-09-1846: Rotterdamse Courant

Maandag 28 september aanbesteding van een stenen watermolen te Poederoijen.