- bouwjaar
- verdwenen
-
1870 - 1871 gesloopt
- voorganger
- geschiedenis
-
In 1661 werd De Liefde over ca. 65 m verplaatst naar het nieuwe bolwerk Sloten. Waarschijnlijk was dat nog een standerdmolen, en werd die pas later vervangen door de stellingmolen. Volgens de lijst van G.J. Honig (1930) werd in 1765 deze bovenkruiende stellingmolen genoemd. In 1765 bouwden
Jacobus van Ommeren en Theodorus Hogeboom de molen.
Gezien de afbeelding in Allemolens had de molen ooit verticale in plaats van schuine stellingschoren.
In 1800 maalde Joseph Wenning er en in 1807 voerde diens weduwe het bewind.
Voor transport over water lag er vanaf de Lijnbaansgracht een sloot tot (in?) de molen.
In 1870, toen al bekend was dat de molen gesloopt moest worden, kocht L. Ketjen de molen en opstallen. Hij deelde de gemeente Amsterdam mee dat hij hem zou slopen, maar tevens dat hij de vrijgekomen grond opnieuw wilde huren om er zijn zwavelzuurfabriekje op te beginnen. Die vergunning kwam in 1871 en dat was de start van Ketjen & Co., het bedrijf dat nu in Amsterdam-Noord is gevestigd.
Theo Bakker, 12 sept. 2008 & 15 maart 2011. -
Molen 06490 l De Liefde (3e) (Amsterdam)Bartholomeus Barbiers, 1750-1800Molen 06490 l De Liefde (3e) (Amsterdam)Detail van schilderij H. Scholten, 1811-1812. De roeiboot vaart de molensloot in of uit