bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
In 1845 deden A.F. van Wijk en comp., molenaars op de molen de Kat op het Karthuizer bolwerk een aanvraag om in hun molen een rosmolen te mogen plaatsen, maar zij kregen geen vergunning vanwege "de onmogelijkheid" van een goede controle op accijns bij twee soorten maalwerktuigen op één perceel (zie rosmolen bij de Jonge Nicolaas dbnr. 5251).
-----

Volgens aktenummer 138, dd 2 oktober 1726 verklaart Willem Dirkse Molenaer (gehuwd met Cornelia Pieters) dat: "dat hy geen pretenties heeft op zyn stiefmoeder Leyntie Gerrits te Weesp in verband met ouderlyk goed en derhalve de verkoop van de korenmolen de Kat te Amsterdam goed te keuren."
Bron: Het Utrechts Archief.
-----

De molen de Kat stond in Amsterdam op het bolwerk De Karthuyzers, de westzijde van de Jordaan. Dat bolwerk werd de Karthuyzers genoemd naar het Karthuizersklooster dat van 1392 tot 1572 daar vlakblij is geweest.

De korenmolen De Kat staande op het bolwerk de Karthuyser werd daarnaar genoemd, want in de wandeling werd steeds van de Kathuyser’s gesproken.
Bron: "De molens van Amsterdam", G.J. Honig, 1929, blz. 128.