bouwjaar
omgewaaid en (later?) herbouwd
verdwenen
geschiedenis
Wanneer men de kadastrale kaart D 02 uit 1830 van “de Molenheide” te Mill raadpleegt, ziet men daar in elkaars directe nabijheid twee molens ingetekend, aangeduid (in het Frans) als “moulin à cheval” en “moulin blé”. Onder nr. 192 staat in de kadastrale legger vermeld “vervallen roskorenmolen” en onder nr. 199 “windmolen”.

De taxateur van het kadaster noteert in 1827: “de houten windgraanmolen heeft twee koppel molenstenen, die gelijktijdig kunnen werken. Deze molen ligt gunstig en verkeert in een gewone staat van onderhoud en wordt door Domeinen met het molenhuis en landerijen verhuurd aan Willem van Sambeek”.

In de bijbehorende legger wordt inderdaad onder de betreffende nummers genoemd de weduwe van Willem van Sambeek, molenaar. Willem werd te Mill geboren in 1751 als zoon van Frans Pauwels van Sambeek en Eerke van Beusecom en overleed te Mill in 1825. In 1799 huwde hij met Lamberdina Geurts van Kuijk (geboren te Mill in 1778 en aldaar in 1870 overleden).
Bron: onbekend.
-----

Eigenaar: Reijnen.
Bron: archief Ten Bruggencate.
-----

De Millse windkorenmolen stortte op 11 januari 1558 tengevolge van stormweer ineen. De pachter Ermijt van Luijnen en zijn kechten werden daardoor gedwongen de molen te verlaten.
Bron: art. door H.E. in Merlet, Land van Cuijk, feb. 1969. Verzameling H. van der Kaay.