- wetenswaardigheden
08-09-1859: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant
Den 15 Februarij 1812 bragt hij, door zijnen uitstekenden moed, met gevaar van zijn leven, veel toe tot het gedeeltelijk behoud van den volmolen van den heer Coolen alhier, die builen zijne hulp ongetwijfeld geheel eene prooi der vlammen zouden geworden zijn. Bijna eene maand later, op den 12 Maart, maakte hij zich niet minder verdienstig, bij eenen brand, in het huis de Ploeg, op den Vughterdijk, alhier. Voor deze beide manmoedige daden , ontving hij den 15 April van datzelfde jaar, uit handen van het stedelijk bestuur, eene kostbare zilveren tabaksdoos, waarop het bedrevene gegraveerd was, en werd hij daarenboven met een vereerend getuigschrift beschonken. Op den 9 Junij 1813 reddede hij eenen onbekenden uit eene diepe kolk te Rotterdam , en ontving hij daarvoor , van wege de maatschappij tot redding der drenkelingen, de zilveren medaille. In de maand Januarij 1820, bij gelegenheid van den schrikkelijken watersnood en ijsgang, bragt hij zoo veel toe tot redding van met den dood bedreigde menschen en vee, dat hij daarvoor, op den 4 Februarij van dat jaar, van den magistraat te 's Hertogenbosch, een der vereerendste getuigschriften ontving. Op den 7 November 1821 reddede hij, met groot levensgevaar, eene dienstmeid in de stads haven te Nijmegen, tusschen zijn schip en de kade gevallen, hetwelk ter kennisse van Z. M. onzen koning gekomen zijnde, Hoogstdezelve hem zijne hooge goedkeuring en tevredenheid deed getuigen, door Zijne Exc. den minister van binnenlandsche zaken , daartoe bij kabinets-order van den 12 December 1821 gemagtigd. Ook werd hij, voor deze daad , den 13 Augustus 1822 , door de maatschappij Tot Nut van 't Algemeen , met de zilveren medaille bekroond. Den 16 Julij 1824, waagde hij zijn leven, door een
kind , dat, zonder zijne hulp . in de snelvlietende rivier de Waal, voor de stad Nijmegen , zoude verdronken zijn , te redden, en dit werd mede, den 9 Augustus 1825, door dezelfde maatschappij, met de zilveren medaille en vereerend getuigschrift bekroond. Den 13 October 1825, had hij weder het geluk een kind , in het felste van den stroom derzelfde rivier gestort , aan eenen gewissen dood te ontrukken, waarvoor hem andermaal door de vergadering des Nijmeegschen departements der maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, de zilveren medaille der maatschappij werd overhandigd. Niet alle daden der bekrooning waardig , doch slechts dezulke, welke bekroond werden, zijn hier opgesomd ; het zal daarom genoeg zijn te zeggen , dat, behalve het vermelde, nog verscheidene andere menschen aan hem het behoud van hun leven te danken hebben, terwijl hij vele edelmoedige daden bedreef, waarvan nimmer openbare melding gemaakt werd , doch welke evenwel genoegzaam bekend zijn, en alleen hem aanspraak gaven op de achting van alle weldenkenden. Moge hij, in een beter leven aan gene zijde des grafs , de belooning voor alle deze edele daden genieten !