bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In 1777 vond de bouw plaats van een windmolen op de plaats van het huidige hotel “Val Monte”. Deze molen had als taak boomschors te malen dat afkomstig was van de vele landgoederen rondom Berg en Dal en omstreken.

In 1789 werd een verzoek ingediend door de toenmalige eigenaar van deze runmolen, Jacobus de Man aan de Rekenkamer. In dit verzoek vroeg Jacobus of hij de looimolen mocht veranderen in een korenmolen, in verband met afzetproblemen op de runmarkt. De Staten van Gelderland wezen zijn verzoek echter af. Zij vreesden mét de Groesbeekse molenaar Lambert Hopman, dat de nieuwe korenmolen de molen (Noordmolen, dbnr. 820) van Groesbeek te veel zou beconcurreren. Van die molen hadden de Staten, sinds 1769 jaar bezitter van de Heerlijkheid Groesbeek, ook hun inkomsten.

Een deel van de eikenschors zal vóór 1777 door de looimolen die in een voormalige waterkorenmolen (molen bij het Spijker) aan de andere zijde van de stuwwal in het Elzendal in Beek was gevestigd, zijn verwerkt.

Rond 1800 werd de looimolen verkocht aan J. Quak die deze molen spoedig ombouwde tot oliemolen (voor het persen van olie uit zaden).

Tegenover het huidige hotel “Val Monte” kijkt u vanaf uitzichtspunt, de Wolfsheuvel uit over het oliemolendal, genoemd naar de voormalige oliemolen die hier stond tussen 1825 en 1890.

Bron: "Een notabel domein", blz. 130, Klaas Bouwer. Numaga 1985 nr. 3 blz. 63 t/m 66.
Informatie van Peter Pouwels, 8 november 2004.

Naschrift: Op bovengenoemde windmolen werd ook de eek (boomschors) afkomstig van het Schilbroek liggende in de Gemeente Groesbeek (de Horst) tot run gemalen.