- bouwjaar
- verdwenen
-
1890 onttakeld, kap eraf, romp 1906 afgebrand
- geschiedenis
-
De molen stond aan het Meppelerdiep naast het terrein van Groeneveld, tussen de thans gedempte Kolderveense Grift en de weg naar de Zomerdijk, ter plaatse van het tegenwoordige pand N.V. Handelsmij Steenbergen en Van Brink.
1735: Carel YsaƤk Courtonne te Meppel kreeg in 1735 octrooi voor veertig jaar voor het timmeren van een oliemolen te Meppel voor de dingspelen Diever en Beilen. Concurrentie in die gebieden was dus uitgesloten. In 1740 had Courtonne de molen nog in eigendom, maar kort daarna is Joost Blom eigenaar. Deze Meppeler was gehuwd met Gerhardina Struick. Zij hertrouwde na de dood van Blom met de Kamper apotheker Paulus Bakker en samen vragen zij in 1759 overschrijving van het octrooi op hun naam. In 1761 wordt dit verzoek ingewilligd en geprolongeerd tot en met 1790. Daar uit het eerste huwelijk kinderen waren geboren, bleef de oliemolen in het bezit van de familie Blom. In 1807 zijn O. en J. Blom eigenaren van de molen en bijbehorende huizen en grond; het huis op het Groeneveld is dan van J. Blom.
De staat van Trafieken en Fabrieken in het Departement Drenthe van 1809 vermeld:
in vorige getijden welvarend, thans zoals dezelve nog in matige bloei is.
Jan en mr. Arend Blom vervingen in 1876 de windmolen door een stoomoliemolen.
Omstreeks 1890 was blijkens een foto de afgeknotte molenromp nog aanwezig. Dit restant zal teniet gegaan zijn bij de grote brand van 1906, waarbij het gehele complex in as werd gelegd.
Bron: Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz. 85.
jnjv24-04-1883: De Grondwet
MEPPEL, 27 Maart. Zondag avond werd de eerste slaap, en misschien menig gezellig soupe op onaangename wijze gestoord door het brandalarm, dat weldra bleek geen loos gerucht te zijn: Een blok huizen bestaande uit een viertal woningen, staande op het zoogenaamde Groeneveld, onmiddelijk grenzende aan den stoomoliemolen van den keer J. Blom, stond in volle vlam. In weinig tijds woekerden de vlammen, gevoed door den sterken ZuidWesten wind, zoodanig voort, op bet alleen staande blok huizen, dat weldra alles tot den grond toe afbrandde. En nachtwacht, en brandweer verdienen allen lof voor de tijdige waarschuwing en ijverige hulp, waardoor grootere onheilen-werden voorkomen die anders onvermijdelijk waren geweest, daar zonder de hulp van deze de molen met schuur en de daarin geborgen voorraad olie en lijnzaad, zoowel als de aangrenzende boerderijen, groot gevaar liepen ook een prooi der vlammen te worden.
25-07-1906: Emmer Courant
Een verschrikkelijke brand brak Vrijdagmorgen 10 uur eensklaps uit in den stoomoliemolen van de firma Jan Blom, op het Groene veld te Meppel. In korten tijd lag de fabriek, met pakhuis en aangelegen arbeiderswoningen, waarin een groote hoeveelheid . lijnzaad was opgeslagen, ter neder. Hoewel de brandweer spoedig ter plaatse was, kon de vuurzee, voortgezweept door den westenwind, niet worden gestuit. Er wordt gezegd, dat kinderen in of bij den molen met lucifers zouden hebben gespeeld.
Omtrent dezen hevigen brand wordt nog aan de Tel. gemeld : De felle brand heeft niet alleen de fabriek, maar ook de aangrenzende woningen, benevens een zeer grooten voorraad lijnzaad, plm. 200 last, en de ruime vakken met koeken, in de asch gelegd. Ook de voorraadkamers en pakhuizen brandden tot den grond af. De fabriek met den voorraad is, naar wij vernemen, verzekerd bij de Maatschappij Nederlanden ; het zaad, op de zolders der woningen aanwezig, op beurspolis en de woningen bij Woudsend, alles tot een gezamenlijk bedrag van ongeveer 420 duizend gulden. De oliehouders, die gunstig ten opzichte van den wind stonden, zijn behouden gebleven.
-
Molen 06464 e Molen van Blom (Meppel)
Ansichtkaart, 1900-1905, uitg. F. Wolfers, Meppel.
Het Meppelerdiep met rechts de oliemolen van Blom te Meppel. Links de scheepswerf van Drewes aan een arm van het oude Meppelerdiep. In het midden een schip geladen met turf.