Het bouwjaar van deze oliemolen blijft totnogtoe onbekend.
De Keizer wordt voor het eerst aangetroffen in 1654 bij een opsomming van de eigendommen van de familie Susses. Sijmen Jansz. Susses had toen 1/3 deel van de molen in zijn bezit.
Daarnaast bezat de familie ook aandelen in "de Snijder", "de Karn", "de Zeug" en "de Buis", allen oliemolens te Wormer.
In 1679 verkoopt de weduwe van Willem Jansz. Susses, het aandeel in de Keizer, voor Fl.400,- aan Dirck Arisz.
In de eerste helft van de achttiende eeuw komt de Keizer in handen van Pieter Molenaar, die ook de Wormer oliemolens "de Bethlehem" en "de Zeug" bezat.
Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 17 juni 1727 laat hij alle drie zijn molens hierbij tegen brand verzekeren.
Op 19 oktober 1802 wordt de Keizer uit het OC geroyeerd. Het kan zijn dat de molen te lang stil heeft gestaan. De Keizer wordt in 1803 gesloopt.
Bronnen:
"de Zaende" 6e jaargang 1951 blz.56
"Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912
"Duizend Zaanse molens" P.Boorsma 1968 blz. 189