Over de eerste functie van deze molen bestaat enige onduidelijkheid.
De mogelijkheid bestaat dat het Fortuin is gebouwd als hennepklopper, als zodanig wordt de molen ook genoemd in de artikelen van J.Goudsblom uit de Zaende, betreffende de Zaanse hennepkloppers.
Mogelijk worden hier de termen hennepklopper en hennepkoeksmolen door elkaar gehaald. Een hennepkoeksmolen was een oliemolen met een enkel slagwerk waar uitsluitend hennepzaad werd verwerkt, hennepzaad hoeft maar één keer geperst te worden.
Aan de andere kant is het moeilijk om aan de kennis van dhr. Goudsblom te twijfelen, die zeer grondig onderzoek heeft verricht naar hennepkloppers.
Het bouwjaar van het Fortuin is nog niet gevonden, de molen wordt voor het eerst aangetroffen in 1654.
In dat jaar was een kwart aandeel van de molen in bezit van de weduwe van Dirck Pondman en een ander kwart was in handen van Jacob Michiels uit Jisp.
In 1680 is het Fortuin in ieder geval zeker ingericht als oliemolen.
In 1712 worden door Jan Jansz. Krieck c.s. 1/16 part van deze molen verkocht voor het bedrag van Fl.206,-.
Hoe en wanneer deze molen verdwenen is blijft voor alsnog onduidelijk, hij werd voor het laatst in 1729 aangetroffen.