Het juiste bouwjaar van de Achteruit of Achteruitsmolen is niet gevonden.
Wel is duidelijk dat de molen gebouwd is tussen 1584 en 1601.
Ook is het niet bekend tot welk type deze molen behoorde, maar het is aannemelijk dat de Achteruit een standerdmolen was.
De Achteruitsmolen werd gebruikt voor het malen van meel voor de beschuitbakkerijen van Wormer en Jisp.
In een protocol van notaris Adryaen Dircksz. uit Wormer van 29 april 1631 wordt de molen genoemd, de molenaar van de Achteruit is dan Cornelis Jansz. Cruijfs.
In 1654 behoort de helft van de Achteruit toe aan Garment Dircksz. Moolenaer.
De Achteruit is een van de Wormer meelmolens die het langst in bedrijf bleef.
Halverwege de achttiende eeuw was het voor de Wormer en Jisper beschuitbakkers niet meer mogelijk om te concurreren met de Amsterdammer bakkers.
Het merendeel van de molens was toen al verdwenen.
Op 15 januari 1743 verzochten Barent Nooij en Hendrik Bindervoet, die eigenaar waren van de Achteruit, om de molen te mogen slopen.
Niet lang hierna werd de Achteruit gesloopt.
Bronnen:
"Duizend Zaanse molens" P.Boorsma 1968 blz. 185
"Zaanlandsch jaarboek over het jaar 1932" G.J.Honig en S.Lootsma 1932 blz. 205-208
"Zaanlandsch jaarboek over het jaar 1934" G.J.Honig en S.Lootsma 1934 blz. 157-161
"Uit de geschiedenis van Wormer" C.Mol 1966 blz.117-121