De windbrief voor de balkenzager de Groenlandsche Visscherij werd op 16 september 1717 uitgereikt aan Cornelis Claasz. Groot. De molen zou vrij lang in handen blijven van deze familie.
Op 28 mei 1733 werd de molen opgenomen in een assurantiecontract op naam van Claes Cornelisz. Groot. De molen was voor een bedrag van ƒ 2000 verzekerd.
Op 22 januari 1776 werd een stuk land verkocht uit de boedel van Claas Groot aan Jan Berkhout te Zaandam met als voorwaarde dat “de eigenaar van de molen de Groenlandsche Visscherij heeft altoos een onverhinderde en vrije doorvaart door de dors en een vrije overgang over dit erf en de eigendom aan de draij, mits deze draij in dezelfde tegenwoordige toestand blijft. Het verkocht erf mag niet hoger bebouwd worden dan 14 voeten”.
In 1801 verkocht Cornelis Claesz. Groot de Groenlandsche Visscherij aan de Koger houtzager Arend Mul. Op 13 februari 1821 deed Arend Mul de molen voor ƒ 2000 over aan zijn zoon Klaas Mul, die ook houtzager was met de bovenkruier “de Dikkert” en de paltrok “de Gekroonde Harp”. Klaas Mul zou echter niet lang met de Groenland werken. Op 18 juli 1825 verkocht hij de molen voor ƒ 4000 aan Hendrik Engelbert Breero. Mul maakte een leuke winst met de verkoop van de molen.
Hendrik Breero stierf op 29 augustus 1877. Op 13 oktober van dat jaar verkocht de zwager van Breero de Groenlandsche Visscherij voor ƒ 4600 aan de Koger Jan Schuddeboom. Hij zou tot het jaar 1894 met de molen blijven zagen.
Later in 1894 werd het volgende te koop aangeboden: ”ter amotie, de opstal van den houtzaagmolen “de Groenlandsche Visscherij”, met drie schuren en een schuitenhuis”.
Voor een bedrag van ƒ 799 werd alles gekocht door molensloper Cornelis Zemel. Kort daarna werd de molen gesloopt.
Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 79
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “het Bakkerspad” uitgave werkgroep historie Oud West 1996 blz. 24-25
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 332
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz. 99
F. Rol