Het bouwjaar van de paltrok de Witte Bijl ligt in het duister. Vermoedelijk bestond de molen al in 1695. De Witte Bijl werd op 1 januari 1711 tegen brand verzekerd in een assurantiecontract door eigenaar Cornelis Gerritsz. Meijn.
Op 20 september 1736 werd de molen voor een bedrag van Fl.3300,- gekocht door Pieter Jansz. Al. Tot 1744 bleef de molen in bezit van de familie Al, op 3 februari van dat jaar kocht Jan Symonsz. van de Stadt de molen voor Fl.1500,-. Pieter Boorsma meldt dat er vaak houtveilingen bij de molen werden gehouden. Zo werd er op 10 maart 1752 het volgende verkocht:”Makelaars presenteren ten verkoop een partij extra ordinairij puyx puijk Hamburger knies en kromhout, waarvan veel nu eerst gelost, mitsgaders eenige sware assen en blauwe planken, nevens een partij gesaagt wageschot, sooals deselve genommert sijn leggende tot Saandam op en aan de werve en van de weduwe Jan van de Stadt tot Oostzaandam en het wageschot bij desselfs molen de Bijl, op de Hogendijk tot West-Zaandam”.
Vermoedelijk wordt kort hierna de Witte Bijl ingericht als balkenzager, hierdoor overleeft de molen de crisis in de houtzagerij, die heerste in het midden van de achttiende eeuw.
In het midden van de negentiende eeuw kwam de Witte Bijl te werken voor de firma van de broers Jan Jacob en Arend de Vries. Zij werkten ook met de zaagmolens “de Prins van Oranje”, “de Koning Salomon” en “de Rietvink”. De eerste twee waren paltrokken de laatste was een bovenkruier. In 1860 werd het gehele molenbezit geveild en kocht de jongere broer Remmert de Vries de molens de Rietvink en de Witte Bijl. Sindsdien werd er gewerkt onder de firmanaam Weduwe A. de Vries en Zoon. In 1876 verbrandde de Rietvink. Vlak bij het oude molenerf liet De Vries een nieuwe stoomzagerij bouwen die de Twee Gebroeders werd genoemd. In 1885 ging de firma Vries failliet en werden de Twee Gebroeders en de Witte Bijl verkocht aan de firma Schuddeboom & Mijsberg. Zij werkten tot en met 1894 met de zagerij en de molen en verkochten daarna de opstallen aan Cornelis Bon uit Zaandam. Bon hield de zagerij in werking, maar de Witte Bijl verkocht hij op 23 augustus van dat jaar voor afbraak. Kort daarna werd de molen gesloopt. Op 21 september 1894 werd het afbraakhout van de molen op het molenerf verkocht.
Bronnen:
- “Engel van de Stadt, zijn voor en nageslacht” Dr. S. Hart 1951 blz. 52/ 85/272
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 2” T. Neuhaus 1987 blz. 93
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 76
F. Rol.