Op 13 september 1690 werd de windbrief afgegeven aan Albert Jansz. Bleeker voor een schelpzand- en snuifmolen genaamd De Herderin. Het was geen grote molen.
Van latere jaren is de molen bekend uit verschillende verkoopaktes, ondermeer op 31 januari 1778 een schenking van 3/16 deel aan "de diaconen van de mennonite gemeente te oostzaandam". De erfgenamen van Pieter Keijzer verkochten op 18 januari 1783 het 11/16 deel voor 935 gulden, uit de grote waarde kan opgemaakt worden dat de molen intussen vergroot en verbeterd was.
De weduwe van Pieter Gerretsz. Dekker, Maritje van 't Kaar, verkocht haar 11/16 deel op 29 maart 1803 voor 1200 gulden aan Gerrit van den Berg. Die verkocht de molen later aan C. Schippers, die hem direct "amoveerde".
Bron: archief Ten Bruggencate (Buijs 250, Boorsma blz. 142).
-----
Op de kaart van Oostwoud en Van Heteren uit 1794 staat De Herderin als wipmolen op een schuur getekend.
Op het kadastrale minuutplan van 1832 is het betreffende perceel nr. 520 verwijderd, maar zichtbaar is nog wel dat daar iets gestaan heeft met de tekst Herderin. Kennelijk bestond die dus nog toen het kadastrale verzamelplan in 1817 werd getekend, maar niet meer in 1832.
P.H. Havik plaatste hier op zijn kopie van de kaart van T. Monsieur uit 1819 mosterdmolen De Wip.