Boorma vindt van de Schilp geen stichtingsjaar. Couwenhoven komt na onderzoek wel achter het oprichtingsjaar.
De windbrief voor de Schilp werd op 12 augustus 1639 uitgereikt aan Simon Jorissoon. De Schilp werd op 14 juni 1727 met zijn lading opgenomen in het olieslagerscontract. De molen zelf werd op 26 maart 1733 verzekerd, maar niet bij het OC. De molen behoorde toen toe aan Jan Schilp, die hoogst waarschijnlijk zijn naam aan de molen toekende. Vermoedelijk werd er eerst gesproken van Jan Schilp z'n molen en later van de Schilpmolen.
Omstreeks 1780 kwam de Schilp in handen van Jan Thijsz. Kaan, die ook al olie sloeg met oa. "de Groeneboer", "de Leeuw", "de Bonte Ruiter" en "de Liefde". Na zijn overlijden in 1803 werd de Schilp op 28 januari 1804 geveild. Er werd niet meer dan ƒ 1100,- geboden, daarom werd de veiling opgehouden. Vermoedelijk werd kort daarna de molen uit de hand verkocht en gesloopt. Op 19 maart 1804 werd hij uit het OC geschreven.
Bronnen:
"Duizend Zaanse molens" P.Boorsma 1968
"250 Zaanse molens" R.Couwenhoven 2001
"Gedenkboek van het olieslagerscontract" 1912