Deze molen werd gebouwd in 1714, nadat de voorganger, vermoedelijk een standerdmolen, was omgewaaid. Tot 1780 was deze molen eigendom van de stad Goes; daarna werd de molen verkocht aan de toenmalige pachter, Benjamin van Eenennaam.
Ondanks de aanwezigheid van een molenberg is dit geen beltmolen: deze molen heeft namelijk geen invaart. 

In 1932/33 werd, met uitzondering van bovenwiel en -bonkelaar, het binnenwerk door de bekende Middelburgse molenmaker N. de Troye ('Klaosje Dutroo') grotendeels vervangen. Koningspil en spoorwiel zijn afkomstig van stellingkorenmolen De Hoop te Middelburg (die toentertijd grotendeels werd uitgesloopt en verbouwd tot maalderij).

In 1963/65 voerde Jan van de Hamer (Brouwershaven) een grondige herstelbeurt uit: hij vernieuwde deels de kap. Opmerkelijk was de ombouw van een (kennelijk in onbruik geraakt) koppel stenen: dit werd verwijderd maar schijfloop en spil werden gebruikt om een mengketel aan te drijven. In een nabij gelegen schuur stond tot 1966 een 23 PK dieselmotor uit 1918 die via een tussendrijfwerk de machines in de molen aandreef.

Na 1945 heeft Kees Kleppe, wiens molen te Ritthem tijdens de onverwachte storm van 7 september 1944 verongelukte (Kleppe zelf kwam hierbij goed weg) hier nog een tijd gemalen. 
De laatste particuliere eigenaar/molenaar was vanaf 1954 Cornelis van Weele. Op 21 juni 1976 kwam hij tragisch om het leven toen hij bij zijn molen tussen zijn vrachtwagen en aanhanger beklemd raakte. 

In 1980 werd de gemeente eigenaar; in 1984/85 volgde een restauratie, waarbij onder meer een nieuwe roede werd gestoken. 
Ruim 40 jaar later was diezelfde roede aan vervanging toe. Op de geplande dag, 16 september 2025, was er echter teveel wind en moest men dit werk uitstellen.