- bouwjaar
-
Onderbouw oorspronkelijk 1877, in 1904 kreeg deze molen zijn huidige gestalte.
- herbouwd
- 2007
- wederopbouw
- Achtkante onderbouw geheel vernieuwd.
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- H. Wiertsema, Scheemda (1877) Chr. Bremer, Middelstum (1904) Fa. Dunning, Adorp (2007)
- voorganger
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De Stichting Het Drentse Landschap is eigenaar sinds 2010; daarvoor was dat de Molenstichting Drenthe sinds 2004; daarvoor J. Mulder.
- geschiedenis
-
Vóór 1877 stond deze molen te Nieuw-Buinen. In dat jaar werd hij door molenmaker H. Wiertsema uit Scheemda op de huidige plaats gebouwd voor enige boeren, die hem verhuurden. Huurders waren Egbert Luichjes, Lucas Oldenkamp, Vink en Vredevoogd. Een gevelsteentje herinnert aan de bouw.
In april 1904 brandde de achtkante bovenbouw af; Christiaan Bremer herbouwde de molen vervolgens op de bestaande onderbouw als ronde stenen molen. Eigenaar was toen G. Ketelaar.
Opmerkelijk is de reden tot het bouwen van een ronde stenen molen óp een achtkante onderbouw: dit gebeurde op last van de verzekeringsmaatschappij. Kennelijk had men daar veel vertrouwen in de brandwerendheid van een stenen gebouw (over het schoorsteeneffect had men kennelijk niet nagedacht).
Hoe dan staat hier vanaf 1904 een constructief bezien bijzondere molen!
Ketelaar bleef niet lang eigenaar: in 'De Molenaar' van 27 september 1905 bood hij zijn vrijwel nieuwe molen te koop aan. De editie van 18 oktober 1905 van dit blad vermeldt dat de molen op 14 oktober voor ƒ 4425,-- was verkocht aan R.J. Mulder.
In 1939 werd een houten roede (met zelfzwichting) vervangen door een tweedehands Potroede en in 1951 een nieuwe windpeluw aangebracht. De houten roede kwam van de poldermolen te Leutingewolde, de ijzeren uit Meedhuizen.
De Eendracht werd in 1958 door Chris Bremer uit Adorp gerestaureerd, waarna de molen weer vele jaren in gebruik was. In 1975 werden nieuwe roeden gestoken.
Tenslotte werd er niet meer gemalen, mede als gevolg van de slechter wordende gezondheid van molenaar-eigenaar Johannes Mulder. Na diens dood op 6 maart 2004 erfde de Molenstichting Drenthe deze molen.
In het voorjaar van 2005 volgde zeer noodzakelijk werk aan de kap: nieuwe windpeluw, penbalk, middelbalk en lange schoren. De molen werd daarmee voorlopig draaivaardig gemaakt, maar toen was al duidelijk dat er veel meer werkzaamheden nodig waren.
In april 2007 werd de kap afgenomen, als begin van uitvoerig herstel. De achtkante stenen onderbouw had men toen al dermate slecht bevonden, dat deze geheel diende te worden vernieuwd. Dat leverde de restaurateurs een interessante puzzel op: waar laat je een (80 ton zware) stenen bovenbouw, als de onderbouw vervangen moet worden?
Men is eruitgekomen: tijdens dit ingrijpende werk bleef de stenen bovenbouw op zijn plaats, ondersteund door een stalen korset, een soort tafel met vijf poten. Vier stonden, gefundeerd, buiten de molen terwijl in het hart een vijfde 'tafelpoot' was aangebracht.
Het vervangen van de achtkante onderbouw ging hierna als volgt: telkens brak men een kwart van de onderbouw af, om die daarna weer op te metselen. Pas als het metselwerk enigszins was uitgehard, ging men verder met het volgende kwart.
Dit werk voltrok zich toch redelijk snel. Nadat de onderbouw gereed was, bracht men een nieuwe stelling aan. Op 29 oktober 2007 werd de geheel herstelde kap herplaatst, de staart aangebracht en de roeden gestoken.
Het lijkt, gezien de omvang van dit werk een detail maar toch: de binnenroede kreeg de zelfzwichting, die in 1975 was 'weggerestaureerd', terug.
Begin 2016 kregen bovenwiel en -bonkelaar geheel nieuwe kammen.