- bouwjaar
- verdwenen
-
afgebroken en verplaatst
- verplaatst naar
- geschiedenis
-
Gedeputeerde Staten gaven nl. in 1830 vergunning aan Hendrik Kuiper om een oliemolen te bouwen in de Marke van Noordbarge “tusschen den korenmolen en het nieuwe Kerkhof”.
In 1831 wilde oliemolenaar Kuiper echter ook koren malen.
Jan Jacob Willinge adviseerde afwijzend “…. Dat er geen behoefte bestaat tot het daarstellen van een tweede koornmolen, dewijl de op de aanwezige ieder dadelijk kan worden bediend…”
Gedeputeerde Staten gaven Kuiper echter de gevraagde vergunning.
Prompt vroeg Jan Friederich Beins, als praktiserend korenmolenaar, (op de Saalhof molen (nr 5064) op zijn beurt dan vergunning om in zijn molen tevens “een olieslag te mogen leggen”.
In 1831 werd deze vergunning aan hem verleend. Overigens was er in 1863 nog geen gebruik gemaakt van deze vergunning.
In 1867 verkocht Kuiper zijn achtkante bovenkruier met stelling, op de hoek van de Julianastraat en Kerkhoflaan. De molen werd verplaatst naar de Zanddijk tussen Roswinkel en de Maten. Emmen had slechts één molen over.05-01-1867: Provinciale Drentsche en Asser courant
Ten verzoeke van de NATIONALE HYPOTHEEKBANK te Amsterdam, als hypothecaire Schuldeischeresse van LUTE KUIPER te Emmen, zal te Emmen ten huize van de Weduwe VROOM, op Vrijdag den elfden Januarij 1867, 's morgens om 10 uur, publiek, krachtens onherroepelijke volmagt, worden verkocht: Een KORENMOLEN met ONDERGROND, staande en gelegen in de gemeente Emmen, kadastraal bekend in seclie D no. 2191. groot 1,40 ellen. Mr. A. SLINGENBERG. Notaris.