bouwjaar
circa
verdwenen
gesloopt
eigendomshistorie

Eigenaren: 

1658                   : PIETER AELTJENS 
1677-1680         : JOHANNES (JAN) van RAVESTEYN 
1690-1713         : WILLEM van RAVESTEYN 
<1728                 : de erfgenamen JOHANNES (JAN) van RAVESTEYN en MARGARETA PALM 
1728-1730         : JAN BOSMAN 
1730-1744         : MARIA SCHOEN, wed van JAN BOSMAN 
1744-1749         : de erfgenamen van JAN BOSMAN en MARIA SCHOEN 
1749-1759         : eigenaar van de molen: PIETER v BOVEN (overl: 1759 Ddr), tr Ddr Catharina Mauritz. 
1759-1768         : eigenares van de molen: CATHARINA MAURITZ (overl 1768 Ddr) wed. van Pieter van Boven. 
1768-1803         : JACOB BONGERS 
1803-1807         : CORNELIA van der CAMP, wed. van Jacob Bongers 
1807                   : CATHARINA BONGERS, getrouwd met Dirk Strom van 's Gravenzande 1/3, CORNELIA            BONGERS, getrouwd met Jhr. Jacob Cornelis Jantzon van Erfrenten 1/3, HELENA BONGERS,  getrouwd met Andries Brooshooft 1/3. 
1825-1859>       : Jhr. JACOB CORNELIS JANTZON van ERFRENTEN van CAPELLE, getrouwd met CORNELIA BONGERS JACOBSDR. 
1859                    : Jhr. JACOB CORNELIS JANTZON van ERFRENTEN van CAPELLE 
1859-1861          : Jhr. JACOB CORNELIS JANTZON van ERFRENTEN van BABYLONIENBROECK 
1861-1873          : BASTIAAN van HEIJNINGEN 
1873                    : Gemeente Dordrecht 
1875                    : Op 30-6-1873 voor sloop verkocht voor aanleg van een Handelskade, gesloopt in 1875.

geschiedenis

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
Bron: Mw H.W.G. van Blokland-Visser, Papendrecht, januari 2016

Geheugensteuntje
Met behulp van dit vers konden de Dordtenaren de namen van de vele molens aan de 's-Gravendeelsedijk onthouden.

Het Klaverblad, dat maalt zo snel,
De Karnton, die weet het wel ((Waker)
Het Seimpje met zijn kloek verstand,
dat maalt zijn zaadjes kort en kant (De Zwarte Arend)
De Lelie is een mooie blom,
De Waker lacht daar echter om (De Wakende Kraan)
De Reiger staat nogal in het riet,
Waar De Kat zeer fel op ziet
De Oude Ruiter ruitert snel,
De Haan die kraait des morgens wel
De Uil staat reeds voor de ploeg (De Valk)
Als De Sprokkelaar zijn dingen doet (Het Anker)
De Wever weeft zijn garen fijn (De Willem I)
De Zeelt die wil gevangen zijn
De Bakker bakt zijn brood te licht (De Hoop)
De Poortklok heeft dit lied gedicht (De Karper)

Dit molenrijmpje betreft alle 16 oliemolens van het eiland Dordrecht. Het moet ongeveer tussen 1802 en 1832 gemaakt zijn.
De olieslagers waren in die tijd allemaal aangesloten bij een confrérie van olieslagers, een soort gilde/broederschap.

Naar onderzoek van Pim van der Wijk, 3 maart 2016