- bouwjaar
- verdwenen
-
gesloopt
- voorganger
- geschiedenis
-
De molen werd in 1823 gesticht door Pieter Remeijn op de plaats waar de vroegere Stadswindmolen, ook wel Noordmolen, had gestaan.
De molen werd gebouwd aan de Molendijk die later werd omgedoopt tot Mattheus Smallegangesbuurt. De naam van de familie Remeijn is onlosmakelijk met deze molen verbonden al waren er ook andere molenaars, zoals Adriaan de Bruijne die later dominee werd.16-08-1884: Goessche Courant
Te Koop een steenen Galerij-molen met ijzeren kruis, drie paar maalsteenen, buil- en zuiveringstoestellen, die een goed bestaan oplevert. Desverkiezend kan er acht a tienduizend gulden op gevestigd blijven. De molen is goed gelegen om op den handel te malen, staande op een dorp in Zeeland.
Te bevragen bij W.F. van Riet, molenmaker te Goes.
In 1886 werd Johannes Remeijn eigenaar van de molen.
Molenaar Remeijn overlijdt aan een longontsteking, zijn weduwe verloor daarna ook nog haar twee kinderen en bleef alleen achter.
In 1896 is de molen voor sloop verkocht door de weduwe van Johannis Remeijn aan concurrentmolenaar Leendert de Jonge, eigenaar van molen De Koornbloem. Het gaande werk bracht ƒ 1800,= op.
De molen werd nog hetzelfde jaar door De Jong afgebroken, wieken en aswerk werden aangekocht voor de molen te Gapinge.
Informatie: Molens in Zeeland, van Frans Weemaes
ISBN 90-76815-13-5 -
Molen 03536 c De Vijf Gebroeders (Goes)ansichtkaart, links De Eendracht, De Vijf Gebroeders en rechts De Koornbloem