bouwjaar
verdwenen
1922 onttakeld 1940 gedeeltelijk afgebroken
geschiedenis

De polder werd al in 1611 bemalen door een molen die via een 250 m lange voorboezem uitsloeg op de Buitenwatersloot.

In 1737 is deze molen daarvoor in de plaats gekomen.

In 1922 verloor de molen het wiekenkruis na een zware storm. De wieken hebben nog jaren naast de molenromp gelegen.

Rond 1940 is de molen gedeeltelijk afgebroken tot de huidige hoogte. De vijzel wordt vanaf ca. 1940 door een elektromotor aangedreven, opvoerhoogte ca. 1,10 m.
De machinist van de molen was de heer van Leeuwen.

Molenaars waren oa:
Rutten
Jan van der Stap

nog waarneembaar