- bouwjaar
- verdwenen
- eigendomshistorie
Eigenaar was Jan Arjens Scheltinga
- geschiedenis
-
17-05-1806: Leeuwarder courant
De Gaaster POLDERMOLEN, hebbende by de 60 voeten Vlugt, zynde dezelve zeer goed om verplaatst te worden, wordende dezelve Verkogt door dat er eene verandering in de Polder aldaar is gemaakt, als mede een nieuwe Roede en een Dito Schroefbalk, zynde dezelve voor dezelve gemaakt.
Nb. of bovenstaade advertentie op deze molen slaat en of die dan ook echt verplaatst is, is nog een raadsel., de redactie
29-10-1830: Leeuwarder Courant:
De Notaris N. MEIJER, ei- Bolsward, zal publiek tegen verhooggeld presenteren te verkoopen:
- 4 Bunder 59 v. roeden 29v. ellen en 54 v. palmen, over hoog en laag in eene vruchtbare ZATHE en LANDEN, met kwoteel aandeel in twee daaraan behoorende HUIZINGEN en SCHUUR cum annexis, gekwoteerd letter G no. 34 en 35, staande en gelegen te Gaast, geheel groot naar naam en faam 40 bunders 41 v. roeden 79 v. ellen en 96 v. palmen, Bouw- en Greidland, mede met kwoteel aandeel in eenen, aan de Zathe behoorenden, en op de Landerijen zich bevindenden MOLEN, Berouw genaamd; zijnde de Landen benevens Huis en de Schuur, sub no. 35; bIJ Lolke Obes Popma, en het Huis no.34, bij de weduwe Douwe Eelkes Veltman in gebruik. St Petri en den 12 Mei 1831 vrij te aanvaarden.
In 1910 verzochten S.D. Terpstra te Ferwoude en elf andere personen om oprichting van het waterschap. De in waterschapsverband te brengen gronden werden bemalen door een drietal particuliere molenpolders, nl. "Berouw", "Pypkeniel" en "Wonneburen". Men had liever een waterschap, omdat niet alle waterkeringen in goede staat waren en ook de bemaling te wensen overliet.
In 1911 werd het waterschap opgericht. De bemaling van het waterschapsgebied werd verzorgd door een gemaal aan de Walvaart bij Ferwoude. Aanvankelijk werd het gemaal door een dieselmotor aangedreven. In 1942 werd een elektromotor geïnstalleerd.
Bron: archief van Waterschap Gaast-Ferwoude, (1873) 1911-1976, Archiefnet.
-----
Bemaalde de Gaasterpolder (135 ha) op de Gaaster Indijk.
Bron: archief Ten Bruggencate.