Remonstrantie (het bezwaar dat de arminianen in 1610 bij de Staten van Holland indienden) van Joseph Ariaen Leijten n.a.v. praktijken rond de verkoop van rogge op de watermolens te Eindhoven.
Genoemd worden o.a. de pachters van de molen te Stratum te weten Dirck en Amant de Laure – 17 september 1678.
-----
Vanaf zeker 1442 was de heerlijkheids-korenmolen in bezit van de heren van Cranendonck. Via Frederik en Anna van Egmond werd Willem van Oranje in 1559 ook Heer van Stratum en daarmee eigenaar van de molen, die daarom ook wel de Prinsenmolen werd genoemd.
Tot 1807 bleef de molen bezit van het huis van Oranje, toen kocht de textielfabrikant J.Th. Smits hem. Die bouwde er in of na 1816 een wolspinnerij en de lakenfabriek genaamd Den Bouw. In 1855 werden de raderen vervangen door de eerste Nederlandse turbine-aandrijving (Gerard-turbine) als aandrijving van een weverij.
In 1896 brandden de watermolen en de wolspinnerij af, in 1928 werden de laatste fabrieksresten gesloopt en het molenwiel gedempt. In 2002 werden ter plaatse restanten van paalwerk van de oude houten watermolen aangetroffen.
Bron: Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu, Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.
-----
De watermolen staat op de kaart die Jacob van Deventer rond 1560 van Eindhoven en omgeving maakte.