trivia
Ets van de oude watermolen van de Schijndelse kunstenaar Jan Heesters uit 1929. Deze ets en andere werken zijn te zien in het Jan Heestershuis in Schijndel.
-----

Op deze plek stond vroeger een watermolen. Tot 1925 was hier het bruisen van het water en het klepperen van het rad te horen, waarmee de draaimechanismen knarsend in beweging werden gezet. Zoals ook op de meeste andere plaatsen langs de Dommel bestond de molen uit twee delen. In het grootste gebouw, de korenmolen, werd het graan gemalen, en in de kleinere oliemolen kon lijnzaad tot olie en koeken 'geslagen' worden.

Vroeger waren de watermolens van groot belang in de Meierij. Een goede molen kon evenveel werk verzetten als twintig man. Aan de traag stromende Dommel stonden in de negentiende eeuw bijna twintig molens. Om voldoende waterkracht te krijgen stuwde de molenaar het water op met een sluis. Het tegenhouden van het beekwater had echter vaak nadelige gevolgen voor stroomopwaarts gelegen landerijen. Opstuwing van Dommelwater door de watermolen betekende namelijk dat de weilanden langs de beek, de beemden, overstroomden. Om ruzies te voorkomen waren er regels opgesteld tot hoe hoog de molenaar het water op mocht stuwen. Dit maximale waterpeil, de pegel, stond aangegeven op een paal in de Dommel. Het stellen van de pegel gebeurde al voor de zestiende eeuw. Op overtreding stond een geldboete.
-----

In februari 1988 werd op initiatief van Wim van Pelt in Liempde de Stichting De Casterensche Watermolen opgericht om te komen tot herbouw van de olie- en korenmolen die eens aan de Beerze heeft gestaan. Helaas is alles afgeblazen wegens de hoge kosten.
-----

Op de noordelijke oever stond de korenmolen (kad. nr. 326), op de zuidelijke oever de oliemolen (kad. nr. 327).