De molen werd op kad. perceel O 975 gebouwd als vervanger van een verbrande molen aan de Espoortstraat. Het bouwjaar 1860 was uitgesneden in de rietbedekking.

In 1867 werd zijn neef (van David Heusinkveld) Hendrik Heusinkveld Berendzoon eveneens uit Bredevoort. mede-eigenaar van de molen.

De zoon van David, met de namen Andries Gerrit Willem Albert David Laurens werd in 1874  mede-eigenaar.

In 1882 werd de Firma Heusinkveld & Comp. opgericht waarin de exploitatie van de Zuidmolen en de Rietmolen werd opgenomen. Deze vennootschap werd in 1892 ontbonden.

David en Andries G. W. A. D. Laurens vertrokken met hun familie op 12 januari 1892 naar Zelhem.

In 1892 werd de molen door Hendrik Heusinkveld verbouwd en verbeterd. 

Na 1918 raakte de molen in verval. Restauratiepogingen mislukten. 

Hendrik (hij overleed in 1934) bleef molenaar van de Rietmolen en verbouwde en verbeterde de molen met bijgelegen woningen in 1897.

De molen raakte na de eerste wereldoorlog echter in verval. Na het stopzetten van het muldersbedrijf werd de toestand van de eens zo prachtige molen met zijn mooie rieten dak zo bouwvallig, dat hij op last van de Dienst Gemeentewerken moest verdwijnen.

Om de molen te behouden zouden ingrijpende restauratiewerkzaamheden noodzakelijk zijn. De pogingen tot het behoud van de molen hebben echter geen succes gehad.

In 1939 was nog slechts een halve wiek aanwezig en zat de romp vol gaten. Het geraamte begon gevaar op te leveren voor de omgeving, een reden waarom tot afbraak werd besloten. 

Bij een bombardement in 1943 werden de laatste resten getroffen en verwoest. De ruïne werd bij de wederopbouw van de stad in 1947 opgeruimd.