- trivia
- De Zuidermolen van de Sloter Binnen- en Middelveldse Gecombineerde Polders/ v/h Sloter Polder Uitwegzijde.
De molen werd ook wel de Kostverloren Watermolen genoemd.
Blijkens de tekening had de molen een zogenaamd galghout op de staart. Dit was in delen van Zuid-Holland en hier en daar in noordwest-Brabant een algemeen voorkomend onderdeel, daarbuiten was het een zeldzaamheid.
Informatie van Rob Pols.
afbeelding 2:
Het schilderij kijkt vanuit het noorden langs de Kostverlorenkade, Baarsjeswegzijde, naar de Overtoom. De Molen links is de Oude Buiten-Rasp of Tuchthuismolen, de molen in het midden de Wachter. Het schilderij is vrijwel identiek aan de onderstaande prent, waar het ‘galghout’ echter ontbreekt! Ook heeft de prent een extra molen,
De tekening staat in het boek 'Twee eeuwen Rijkswaterstaat'
uitgeverij:Europese Bibliotheek, Zaltbommel
ISBN 90 288 6518 7
Informatie en medewerking tot het verkrijgen van toestemming de ets te mogen plaatsen: van Willem van der Hoeven.
afbeelding 3:
De Kostverloren Wetering naar den Overtoom te zien.
Gezicht langs de westzijde van de Kostverlorenvaart (nu de Baarsjesweg) in zuidwestelijke richting naar het einde van de Overtoom. Op de voorgrond wordt een schuit getrokken. Links een bootje met twee vissers en een totebel. Rechts diverse molens.
Uit een serie landschapsprenten door Izaak Janszoon de Wit (1744-1809) uit 1800-1803, naar tekeningen van Johann Goll van Franckenstein, Egbert van Drielst, Jacob Cats, Jan Hulswit, Jurriaan Andriessen, Wybrand Hendriks, Jan Vinkeles en Paul van Liender. Techniek: ets. Datering vervaardiging: 1800.
datering: 1788
vervaardiger: Cats, Jacob (1741-1799) ;
Wit, Izaak Jansz. de (tekenaar en etser)
Uiterst links, herkenbaar aan de theekoepel, de Rasp- of Tuchthuismolen;
uiterst rechts: 'Zuidermolen' van Sloter Binnen- en Middelveldse Gecombineerde Polders. De tweede molen, ontbrekend op het schilderij, moet dan de ‘Run Molen zijn, aangegeven op de kaart van Nicolaas Visscher
-----
(*) Sloter binnen, en middelwegsche gecombineerde Polder (kad. 1832).