bouwjaar
1684 verbrand & herbouwd
verdwenen
door oorlogsgeweld
geschiedenis

De molen was in 1656 al aanwezig. De molen was net als die in Sint Anthonis (Tenbruggencatenummer 06904 u) eigendom van Albert van den Bergh, graaf van de Vrijheerlijkheid Boxmeer. Deze graaf en na diens dood in 1656 zijn weduwe verpachtte de molens aan de meest biedende.

De molen in Boxmeer is in 1684 verbrand en daarna herbouwd.

Bron: De Molenvriend 2003 nr. 49.
Verzameling H. van der Kaay.

 

26-02-1895: Limburger koerier

Boxmeer, 25 Febr. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag werden op den alleenstaanden molen van de familie De Laure alhier acht kippen ontvreemd. De nachtelijke, zeker onwelkome, bezoekers hadden de vriendelijkheid het hoofd dezer kippenfamilie, mijnheer haan, ongemoeid gelaten.

 

 20-03-1897: De Noord-Brabander

Boxmeer, 18 Maart.Heden namiddag, tusschen 2 en 3 uur ontlastte zich een geduchte storm- en onweersbui boven deze gemeente. Vergezeld van enkele bliksemslagen, moest de windmolen van den heer A. de Laure het ontgelden. De bliksem sloeg er in, verpletterde veel houtwerk en scheurde de ijzeren roeden als riet vaneen.

De schade, tengevolge van den slag aan genoemden molen toegebracht, is groot, en zal het eenigen tijd aanhouden, eer alles weer behoorlijk gerestaureerd is.

 

20-07-1897: De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad

Boxmeer, 16 Juli. In een vergadering van de Onderlinge Verzekerings-Maatschappy der Molenaars, dezer dagen hier gehouden, is aan mej. de wed. C. De Laure, alhier, een schadeloosstelling van f 1000 toegekend tot bestrijding der door het onweder van 18 Mei jl. aan haar molen veroorzaakte kosten.



De molen was voorzien van Van Bussel stroomlijnwieken en de laatste molenaar was mulder Derkx.
Door oorlogshandelingen werd de molen totaal vernield op 5 oktober 1944, en verdween als laatste molen van Boxmeer. Molenaar Van de Berg uit Beugen kwam enige nog bruikbare onderdelen overnemen (o.m. de kruilier) en nam ook meteen de molenaarsdochter mee!

 

22-12-1955: Provinciale Noord-Brabantsche courant Het huisgezin

Het oudste stuk dat over de molen is gevonden dateert van 1459. Op 12 juli van het jaar 1450 zegt het document, getuigen de Schepenen van Boxmeer, dat Goessens van Meer, bastaard, Schout van Meer en Jonker Johan, Heer tot Meer en Spalbeke, en zijn vrouw Anna van Hamell, dochter tot Elderen een rente van vier malder rogge jaarlijks, komende uit de molen te Boxmeer overdragen aan Johan ther Kinder, burger te Nijmegen.

Gegeven op Sint Margrijten avond. Uit het jaar 1546 bestaat er ook nog een stuk waarin gezegd wordt, dat de smid Peter van Boxmeer werkzaamheden heeft verricht- aan de molen. De Graven van Boxmeer hadden het z.g. windreoht, dus aan de molen waren ook voor de Graven inkomsten verbonden. Uit iedere zak gemalen koren werden door de beambten van het Hooggrafelijk Huis 1. voor de Graaf of regerende Gravin drie z.g. „Graven maten” afgenomen, 2. voor de mulder één. De mulders kwam Ook nog een zekere maat toe van de eigenaar voor het malen. Voor de z.g. „keuters” werd niets gevorderd.

Afgebrand In 1663 werd de molen gerestaureerd door het Grafelijk Huis.

Verder weten we nog uit oude acten, dat de molen in 1684 afbrandde. Na de brand werd deze weer herbouwd.