toelichting naam

De molen is niet vernoemd naar de Heilige Maria, maar naar een familielid van één van de laatste vakmolenaars. Lange tijd was deze molen naamloos.

unieke eigenschap

Dit is, tezamen met Gassel, de enig overgebleven kantige molen van Brabantse constructie.
Deze molen is bovendien één van de acht zeskanten van Nederland.

trivia

De molen was, zoals ook bij 'Geschiedenis' te lezen is, lange tijd uitgerust met stroomlijnwieken, systeem Van Bussel. Eind jaren ’40 begonnen molenmakers in het zuiden van het land met het toepassen van remkleppen in die stroomlijn. In 1950 bezocht Jan Verhagen, toen molenaar in Borkel en Schaft, de Mariamolen om de werking van de remkleppen eens te bekijken. Verhagen kwam bij de molen, die zonder zeilen bij een flinke wind goed doorliep. Karel Wagemans vroeg toen aan Verhagen: “Wil ik hem nu eens rond in de top leggen?” “Doe dat toch niet,” antwoordde Verhagen, “want alles loopt kapot.” “Dat zal ik je eens laten zien”, zei Wagemans. De molen maalde met volle zeilen, er gebeurde... niets. De remkleppen hielden de molen mooi in toom. Wagemans vond de remkleppen een minstens zo grote verbetering als de Busselneuzen zelf.