fundering

bijzonderheden fundering
Bij het vernieuwen van het vloerdek (beton) in 2021/2022 zijn op ca 50 cm. diepte in het zandbed twee teerlingen teruggevonden van de standaardmolen / oliemolen 'de Treurniet'. Deze teerlingen liggen binnen de romp van de Koornbloem, de andere twee zijn niet teruggevonden en liggen vermoedelijk buiten de romp van de molen. Die teerlingen zijn opgemeten en in kaart gebracht door Erfgoed Zeeland en inmiddels met ijsselsteentjes uitgelicht in de nieuwe betonnen vloer.
stelling
Hoogte 6,80 mtr
De schuine stellingschoren rusten op arduinen vinken die in de muur zijn aangebracht. Bij de restauratie in 1995 /1996 werden de schoren verankerd in de muur. Stelling is gemaakt van azobé, het stellingdek en omheining ('t tuuntje) van billinga. In 2021/2022 is er een zinken goot aangebracht op de stelling tegen de romp om overtollig regenwater zoveel mogelijk van de romp af te vloeien. De stellingschoren zijn voorzien van leklatjes. Ook is de plankbreedte van het stellingdek in 2021/2022 smaller gemaakt en de onderlinge afstand tussen de stellingplanken vergroot. Het gehele stellingdek, schoren, leuning zijn na de restauratie 2021 / 2022 volledig in de kleur zwart uitgevoerd. Hiervoor was de omheining wit geverfd.

romp

romp
Ronde stenen molen

kap (bovenkruier)

model
Ronde houten kap
dekkingsmateriaal
Dakleer
opschrift baard
MOLEN ''DE KOORNBLOEM'' | ANNO 1801
versieringen
Baard Eenvoudige plaatijzeren baard (op de koppen van de voeghouten aangebracht), donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de opschriften "DE KOORNBLOEM" en ANNO 1801. Exterieur kap Witte nokvorstbalk, achterkeuvelens wit met groen afgezet. Idem voor het voorkeuvelens (groen met wit) , stormluiken (groen) en pothok (groen). Korte spruit en lange spruit zijn zwart geverfd en voorzien van witte koppen / duivenjager. Roosterluiken zijn lavendelblauw/grijs met witte roosterhouten. Eenvoudige houten vlaggenstok met rood accent op de kop. Teerluiken zijn zwart geverfd. Er is een raampje met 5 ruitjes in het achterkeuveles. Vangstok is wit geverfd met een rood vlak op het uiteinde. Tot aan de restauratie van 2021 was de kleurstelling op de koppen van de roosterhouten ook voorzien van de kleur rood en waren ook de duivenjagers / klapmutsen rood geschilderd. Deze zijn toen teruggebracht naar de kleurstelling van de jaren '60 (wit). De teerluiken waren eerst voorzien van dakleer, maar zijn nu voorzien van een verflaag (zwart). Korte spruit en lange spruit zijn voorzien van een dakleer. Na de restauratie in 1970 is het houten raam in het achterkeuveles met verdeling van raampjes in de kap vervangen door een uitneembaar luik. Op diverse foto's en ansichtkaarten is het raam nog zichtbaar.
windvaan
vlaggestok
lange spruit/middelbalk
lange spruit
bijzonderheden
De kap was heel vroeger voorzien van eikenhouten schalien i.p.v dakleer. Ook kende deze een iets spitsere vorm dan nu waarneembaar is. De baard was ook sierlijker uitgevoerd met wat houtsnijwerk (o.a. krullen en ornamenten) en de naam van de molen. Dit is terug te vinden op ansichtkaarten van de molen door sterk in te zoomen. Het is niet zeker of de huidige kap is opgebouwd uit onderdelen van een andere (uit Goes afkomstige?) molen. Zo zijn de voeghouten relatief licht uitgevoerd voor de omvang en grootte van de huidige molenkap. De vroegere penbalk waar het penlager van de bovenas in was gesitueerd ligt tegen de korte spruit aan. De counteren van deze lagering is nog steeds goed zichtaar. Wel weten we dat een aantal molens in Goes zijn opgekocht door De Jonge en dat hier mogelijk onderdelen van hergebruikt zijn in de Koornbloem. Koppen van de voeghouten zijn in 1995 / 1996 aangegoten met epoxyhars. Er zijn ook trekstangen aangebracht naar het windpeluw / lange spruit. De busbalk is in 2021/2022 voorzien van een nieuwe sterkere ophanging op de voeghouten.

staart

type
buitenkruier
bijzonderheden
Bij het vervangen van de staart in 1995/1996 naar een nieuwe staart van billinga is bij het monteren van de lange schoren een fout gemaakt in de bevestiging van deze schoren waarmee een aantal inkepingen zijn uitgezaagd in de staart die achteraf verkeerd bleken te zijn. Deze inkepingen zijn bij het kruirad waarneembaar. De kruivloer is bij de restauratie in 1995/1996 rechtgezet. Hiermee is op de Zuid-West zijde een aanzienlijke hogere kruivloer waarneembaar dan op het Noord-Oosten. Dit is gedaan om het extreem zwaar kruien te doen verhelpen. In 2022/2023 is de kruivloer en boventafelment voorzien van een stalen plaat om het indrukken van de kruirollen in het hout tegen te gaan. De kruirollen zijn ook allemaal iets afgedraaid om het hoogteverschil door het aanbrengen van de stalen plaat op te heffen. Ook zijn de asgaten van de kruirollen opgelast om beter fixatie te krijgen met de asjes waarmee ook het kruien van het gevlucht aanzienlijk lichter gaat.
versieringen

Gevelsteen
Bij de zuidelijke ingang een (behoorlijk beschadigde) gevelsteen met de volgende tekst:
"Deze molen is gesticht door P. Remijn. Met toestemming van de Leden der Raad en Directeuren dezer stad.
Den eerste steen is gelegt door ld Remijn Pz op den 9 april 1801 en den laatste door Cs. Steyn.
Dat gy niet wilt Dat u geschiet Doet het ook Aen een ander niet".

De gevelsteen is pas jaren later geplaatst  na de bouw van de molen wat blijkt uit een gedenkschrift.

De beschadigingen aan deze steen zijn deels veroorzaakt door een granaatscherf die hier tijdens de Tweede Wereldoorlog tegenaan ketste.

Bij de restauratie van het metselwerk in 2022/2023 is gekeken of de gevelsteen kon worden hersteld. Besloten is om dit niet te doen, omdat daarmee ook de geschiedenis wordt weggehaald waar het gaat om de beschadiging door de granaatscherf. Een bordje bij de molen geeft de tekst op de gevelsteen weer.

Sluitsteen
Ook in de sluitsteentjes boven de zuidelijke en noordelijke ingang staat ingehakt: 'ANNO 1801'. Deze tekst is in 2022/2023 opnieuw ingegraveerd. 

KOORN  -    BLOEM
Boven de Zuidelijke toegangsdeuren staan links en rechts de woorden KOORN  -  BLOEM met verf aangebracht