- bouwjaar
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf.
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Opmerkelijk: deze molen heeft geen voorganger gehad. Op 18 november 1851 vestigde Foort de Jonge, afkomstig van Kapelle, zich te Rilland en kreeg een stuk land, groot één bunder zeven roeden, van de ambachtsheren en -vrouwen van Rilland in erfpacht. Daarbij kreeg hij tevens het recht tot stichting van een korenmolen. Aldus verscheen een molen, waarvan De Jonge eigenaar en molenaar werd.
Opvallend in de constructie van de stenen romp: tot circa 2,5 meter boven de stelling is deze vrijwel cilindrisch, waarna de romp met een knik taps naar de kap toeloopt. Misschien is men bij het opmetselen van de romp niet helemaal goed begonnen en heeft men daarna de plannen moeten veranderen.
Op 2 juli 1871 voltrok zich, nog steeds onder Foort de Jonge, een ramp: de bliksem sloeg in en een zoon en ook de ezel van de molenaar vonden daarbij de dood. De molen zelf was behoorlijk beschadigd, maar er ontstond geen brand.
In 1893 verwierf H. de Jonge de molen uit de nalatenschap. Foort de Jonge moet óf vroeg in of al voor 1889 al zijn overleden, want op 27 maart 1889 overleed zijn weduwe, Adriana Mieras. Aan te nemen is dat H. de Jonge één van de zonen was.
Vanaf 1896 was de familie Van Weele hier van vader op zoon molenaar. In 1934 was de firma L. van Weele en Zonen opgericht. Na ontbinding daarvan in 1954 werd C.A. van Weele eigenaar. Deze verkocht zijn molen in 1969 aan de toenmalige gemeente Rilland-Bath.
Van Weele maalde met twee koppel stenen tarwe tot bakkersmeel en gerst en mais tot veevoeder. Maar ook hier sloeg de watersnoodramp van 1953 hard toe: al had de molen zelf weinig schade, er was veel vee in de omgeving verdronken en ook waren stallen weggespoeld, ofwel: er was een tijdlang vrijwel geen vraag meer naar veevoer. Alleen van 1964 tot 1969 heeft de molen beperkt gemalen.
Bij de restauratie van 1964 werd de stelling met verticale stellingpalen vernieuwd, de ijzeren staartdelen vervangen door hout en nieuw dakleer op de gerepareerde kap gelegd. Tevens maakte het in 1936 op de toen nieuw gestoken Potroede aangebrachte stroomlijnsysteem Van Riet weer plaats voor Oud-Hollandse ophekking. Er volgde een behoorlijke metamorfose doordat het metselwerk van de gele bakstenen romp volledig werd gepleisterd en gewit. De elektromotor van 25 pk., die bij te weinig wind werd gebruikt, achtte men niet meer nodig en werd verwijderd.
Op 29 juni 1965 raakten buitenroede en balie door het toedoen van een graafmachine zwaar beschadigd; de roede kon niet meer worden hersteld en moest vervangen worden.
Na een tweede restauratie, stukje bij beetje uitgevoerd tussen 1986 en 1992, kon er weer gemalen worden.
Lou van Weele, die de molen gedurende jaren zo nu en dan had laten draaien, overleed in juni 2008. In de loop van 2010 werd de draad opgepakt en weer regelmatig gedraaid. Niet veel later was het blauwe koppel maalvaardig.
Vanaf 2014 was de molen veel vaker dan voorheen draaiend te zien. Er waren plannen om de omgeving te verbeteren door het kappen en snoeien van vele bomen.
In het najaar van 2015 begon men met flink herstel: vervangen van de (door zwam aangetaste) kapgordingen en de kapbedekking, vernieuwen windpeluw en penbalk, kraaienpoten van de stelling vervangen, romp schoonspuiten en opnieuw witten en een grote schilderbeurt waarbij de oude kleuren zoveel mogelijk werden hersteld. In maart 2016 was de stenen romp inderdaad weer fraai wit.
In oktober 2017 bevond men bij een controle de buitenroede slecht en als gevolg werd de molen stilgezet. Een nieuwe buitenroede was vlug besteld, maar kon niet snel worden geleverd, dit vanwege het vele extra werk dat de roedenfabrikanten hadden vanwege de problemen rond de gedeelde roeden. In augustus 2018 was die roede gereed en kon op de laatste dag van die maand worden gestoken. Op 8 september, Open Monumentendag, deed de molen weer mee.
In het vroege najaar van 2025 stond de molen geheel in de steigers: de stenen romp werd weer geheel gewit.
Marco van Weele, een van de molenaars hier, overleed op 12 september 2025.