- bouwjaar
-
herbouwd
- verdwenen
-
gedeeltelijk gesloopt
- voorganger
- geschiedenis
-
De polder Bolgerijen, onder Vianen en Everdingen werd bemalen door de 'Achtkante- of Nieuwe Molen' en een wipmolen de 'Oude- of Kleine Molen'.
Beide molens waren schepradmolens, die op een afstand van 140 meter van elkaar stonden. Dit bleef zo tot in 1921 een motorgemaal in de romp van de gedeeltelijk gesloopte achtkante molen werd geplaatst.
Tegelijkertijd werd de wipmolen geheel gesloopt.
De molens sloegen uit op de Zederik, dat later Het Zederikkanaal heette, en nog later het Merwedekanaal ging heten.
Gemaal aan de Merwedekade 16, hoek Achterkade te Vianen, voor de polder Bolgerijen
De polder Bolgerijen werd door twee aan de Zederik staande windschepradmolens bemalen; de achtkante, Nieuwe- of Grote molen stond aan het westelijk uiteinde van de Nederboeicopse of Achterkade en de Oude of Kleine molen lag iets meer naar het noordoosten.
In 1921 werd de Grote molen omgebouwd tot een motorcentrifugaalpompgemaal en de Kleine molen werd gesloopt. Het motorgemaal bestond uit een Ruston-Proctor-ruwoliemotor van 42 PK, direct drijvend een centrifugaalpomp met tweezijdige instroming. Deze is inmiddels vervangen door een elektromotor.
Een gedeelte van de molen is opgenomen in het gebouw, dat, opgetrokken uit rode baksteen, achthoekig van vorm is, met strokendeuren en zestienruits vensters. Het geknikte dak wordt gedekt met rechthoekige en ronde gebakken schaliƫn. Op de top staat een terra-cotta piron (Teixeira IV(III), 741). - nog waarneembaar
Woonhuis in molenrestant.