Sinds 1743 exploiteerde Hendrik Jans Mesters een eek- en volmolen aan het Steenwijkerdiep. In 1748 was Jan Meesters (met twee e's) eekmulder en leerlooier in Steenwijk.

Jan was ook politiek geëngageerd. In dat jaar 1748 werd hij vermoord als gevolgd van de grote politieke tegenstellingen in Steenwijk. De moordenaar was Jurriaen de Vos, opdrachtgever was Frederik Ram, één van de toenmalige burgemeesters.

Van 1783 tot 1789 was Hendrik Meesters, de zoon van Jan, runmolenaar en leerlooier. Begin 19de eeuw richtten zijn zoons Jan Hendrik en Matthijs de firma J. en M. Meesters op. Het bedrijf omvatte een eekmolen, runhandel, leerlooierij, een lijmkokerij en vanaf 1833 ook een houtzaagmolen.

De molen brandde in 1847 af, maar eerder was de molen ook al twee keer verbrand. In 1853 werd gemeld dat de molen in de afgelopen 70 jaar vier keer was afgebrand.
Op 15 mei 1853 brandde de molen weer af.

Bronnen:
Provinciale Overijsselse en Zwolsche courant, 18 mei 1853, info: E. Stoop, 31 jan. 2014.
Uit 't Goede Hout Gesneden, J.H. de Vries, artikel in Historische Mededelingen, 2003-4