Onder Oldebroek in de buurtschap Mullegen stond een houten windkorenmolen gestaan, genaamd de Bovenmolen.

Jan Peters Westerink en zijn echtgenote Hendrikien Gerrits van Mullingen verkochten de voorganger van deze molen met het bijbehorende huis op 14 juli 1815 voor ƒ 4000 aan Joost Hendrik Kruidop (notarieel archief Hattem inv. nr. 830, 1815 aktenummer 62).
De molen stond toen net in de gemeente Oldebroek, de buurtschap Mullegen hoorde toen echter nog bij de gemeente Heerde en daar stond dan ook het bijbehorende huis met bakhuis, schuur, berg en hofje.
Rondom de molen en woning lagen eigendommen van het Feithenhof in Elburg.
Informatie van Gerrit Kouwenhoven, 6 okt. 2009.

10-06-1819: De Arnhemse Courant

OLDEBROEK, den 4. Junij. Dezen morgen heeft alhier het navolgende allerdroevigst ongeluk plaats gehad. De korenmolenaar van dit dorp, Jan Spronk genaamd, bezig zijnde boven in zijnen gaande molen het ijzerwerk te smeeren viel van de ladder naar beneden op het wiel der tweede zoldering, en werd vandaar afgeworpen in den romp of korenbak, deerlijk gewond en verbrijzeld aan onderscheidene ledematen, met dat gevolg, dat hij, ofschoon men ten zijnen opzigte niets verzuimde van hetgeen de kunst vermag, weinige uren daarna overleed. Niemand, die den braven en regtschapen man kende, is er, die door zijnen geweldigen en schielijken dood niet diep getroffen is, maar vooral is daardoor aller allergevoeligste slag toegebragt aan zijne zwangere -vrouw welke met hem nog naauwelijks bekomen was van den indruk, die het treurig verlies van twee kinderen op hen gemaakt had. Zij bevindt zich in zeer zorgelijke omstandigheden. (Arnhemse Crnt)

• Het 35-jarige slachtoffer Jan Spronk overleed te Oldebroek op 04-06-1819 om 15.00 uur. (Overlijdensakte – Open archief)

Informatie van Caroline Schaeffer, 23-03-2025