bouwjaar
verdwenen
1890 onttakeld 1925, de romp stond er toen nog
eigendomshistorie

11-05-1686: Verkoper: Philip Le Pla en Adriaen Le Pla, Koper: Hendrick Cornelis van Dort en Leuntie Ariaens van den Top, wed. van Pieter Cornelis van Dort;

29-03-1687: Verkoop helft molen, Verkoper: Cornelis Cornelisz. van Pelt en Leuntie Ariens van der Cop, echtelieden; Koper:  Cornelis Cornelisz van Dort;

10-07-1717: Verkopers: De Gaarders van de verponding: Koper: Cornelis van Oosten;

28-09-1720: Verkoper: Cornelis van Oosten; Koper: Jan Backer;

06-02-1723: Verkoop helft van de molen, verkoper Jan Backer; Koper: Dirck Jansz Buyr;

19-05-1725: Verkoop helft van de molen, verkoper: Jan Bakker; Koper: Johannes Assendelft;

18-03-1730: Verkoop helft van de molen, verkoper Barbera Tiebout voor haar man Jan Assendelft; Koper: Dirk Buur

01-02-1738: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: Dirk Buur; Koper: Zijn zoon Jan Dirkse Buur

17-06-1741: Verkoop van de helft van de molen, verkoper De sequester van de boedel van Louis Colombij; Koper: Dirk Buur;

18-04-1744: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: Jan Dirkse Buur; Koper: Daniël Bevel;

15-04-1747: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: Sequester in de boedel van Daniël Bevel; Koper: Jan de Pree, Gerrit Heemelrijk en Abraham van der Laan

10-06-1747: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: De sequester in de boedel van Dirck Buur; Koper: Jan Sandra

10-06-1747: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: Jan de Pree, Gerrit Heemelrijk en Abraham van der Laan; Koper: Jan Sandra 

22-04-1758: Joachim Sandra is erfgenaam van Jan Sandra

14-07-1777: Verkoop van de helft van de molen, verkoper: Johanna, Maria en Alida van den Broek, erfgenamen van Cornelia van Houten, wed. van Gilles van den Broek; Koper: Claas Marijt

In 1832 was Carel Blansjaar eigenaar

22-11- 1832 werd Arie van Waas uit Rotterdam de nieuwe eigenaar.

Nog diezelfde dag deed Van Waas de helft van de molen over aan Coenraad Welter te Schiedam. 

02-07-1834 verkocht Van Waas zijn helft aan de olijslager Welter. 

03-03-1840 De heer JAN MARYT, Lakenvolder, overleden den 12den Januarij l.l

28-01-1841 Oprichting NV tussen Coenraad Welter, Jacobus Couvée Sr en Abraham Couvée,

geschiedenis

Standplaats: Gelegen aan de trekvaart Leiden-Den Haag, omtrent de 5e paal buiten de Witte Poort staande op 163 roeden land van het Weeshuis;

De molen stond ten zuiden van de Fortuinsloot, vlakbij en ten westen van de volmolen De Haan. 

 

11-05-1686: Verkoop Windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met woonhuis en schuren etc. in het geheel groot 42 roeden, gelegen aan de trekvaart Leiden-Den Haag, 

Verkoper: Philip Le Pla en Adriaen Le Pla, kapitein in dienst van het land; Koper: Hendrick Cornelis van Dort en Leuntie Ariaens van den Top, wed. van Pieter Cornelis van Dort; Koopsom: fl 910,-* ; * Custingbrief. N.B. Op dezelfde dag hadden de verkopers het hun ontbrekende deel in de molen bijgekocht.

 

29-03-1687: Verkoop De helft van een lakenwindmolen 'Het Fortuyn' met een woonhuisje, groot 42 roeden

Verkoper: Cornelis Cornelisz. van Pelt en Leuntie Ariens van der Cop, echtelieden; Koper:  Cornelis Cornelisz van Dort; Koopsom: fl 400,-

 

10-07-1717: Verkoop Windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met woonhuis, schuur en tuin, groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkopers: De Gaarders van de verponding: Koper: Cornelis van Oosten; Koopsom fl 200,-

 

28-09-1720: Windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met woonhuis, schuur en tuin, groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden, Het land toebehorend het Weeshuis tot Leiden

Verkoper: Cornelis van Oosten; Koper: Jan Backer; Koopsom: fl 1200,-

 

06-02-1723: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met een woonhuis, schuur en verder getimmerte, staande op 163 roeden

Verkoper Jan Backer; Koper: Dirck Jansz Buyr; Koopsom: fl 1350,-; Met een bepaling dat voor de huur van de 163 roeden grond van het Weeshuis, waarop de molen staat en voor de laan jaarlijks aan het Weeshuis de ½ van 30 gld. wordt betaald

 

19-05-1725: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn' en 163 roeden land, die aan het Weeshuis te Leiden toebehoren

Verkoper: Jan Bakker; Koper: Johannes Assendelft; Koopsom: fl 1400,-*; * Custingbrief N.B.Jaarlijksche recognitie aan het Weeshuis, ½ van fl. 40,-

 

18-03-1730: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met het halve woonhuis en schuren, in het geheel groot 163 roeden

Verkoper Barbera Tiebout voor haar man Jan Assendelft; Koper: Dirk Buur; Koopsom: fl 550,-

 

01-02-1738: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn' en de helft van het woonhuis en schuren daaraan behorende groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkoper: Dirk Buur; Koper: Zijn zoon Jan Dirkse Buur, Koopsom: fl 1350,-

 

17-06-1741: Verkoop van de helft van windlakenvolmolen 'Fortuyn', met het halve woonhuis en schuur, groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkoper De sequester van de boedel van Louis Colombij; Koper: Dirk Buur; Koopsom: fl 600,-, N.B. Rente voor het weeshuis in het geheel fl. 40,- per jaar.

 

18-04-1744: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', met het halve woonhuis en schuren, groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkoper: Jan Dirkse Buur; Koper: Daniël Bevel; Koopsom: fl 595,-

 

15-04-1747: Verkoop van de helft in een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn', de helft in het woonhuis, erf, schuren, groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkoper: Sequester in de boedel van Daniël Bevel; Koper: Jan de Pree, Gerrit Heemelrijk en Abraham van der Laan

 

10-06-1747: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn' met de helft van het woonhuis, schuur en verder getimmerte daaraan behorende, groot in het geheel 163 roeden

Verkoper: De sequester in de boedel van Dirck Buur; Koper: Jan Sandra; Koopsom: fl 90,-

 

10-06-1747: Verkoop van de helft van een windlakenvolmolen 'Het Fortuyn' met de helft van het woonhuis, schuur en verder getimmerte daaraan behorende groot 42 roeden, staande op een perceel groot 163 roeden

Verkoper: Jan de Pree, Gerrit Heemelrijk en Abraham van der Laan; Koper: Jan Sandra

 

22-04-1758: Verklaring tot enig kind

Verkoper: Pieter Sandra Jacobsz. en Adriaan Hemerik, wonende te Leiden, verklaren dat Joachim Sandra het enige kind en erfgenaam is van Jan Sandra

Koper: Joachim Sandra, wonende te Leiden

 

14-07-1777: Verkoop van de helft in een molen genaamd 'het Fortuijn' met de helft den bijstaande huijzinge, stalling, schuren en verdere getimmeren en de helft in een tweelaken wagens, 2 paarden en verdere gereedschappen

Verkoper: Johanna, Maria en Alida van den Broek, enige kinderen en erfgenamen van Cornelia van Houten, wed. van Gilles van den Broek; Koper: Claas Marijt; Koopsom: fl 3000,-


In de Leijdse Courant vinden we tweemaal een advertentie betreffende de verkoop van ’een dubbele- slag-olijmolen met deszelfs huysinge, thuyn en land staande en gelegen aan de Vliet, een quartier buiten de stad Leyden onder de Ambachtsheerlijkheid van Zoeterwoude leggende zeer gelegen voor het af- en aankoomen van alle vaartuigen gedateerd dd 14 september 1761 no. 110 en 1762 no. 59.’

Op de kaart van Klaas Vis uit 1781 staat de Heere Sandra als eigenaar van de Lakenvolmolen Het Fortuijn vermeld. Zie Beeldbank Regionaal Archief Leiden, signatuur PV1263.1.

In het begin van de negentiende eeuw werd de molen vermeld als ‘de Fortuin of de volmolen van Marijt. In 1832 was de bekende huisjesmelker en uitvoerder van bouw- en sloopwerken Carel Blansjaar eigenaar van Het Fortuin en vanaf dat jaar maalde de molen tras. Op 22 november 1832 werd een akte van verkoop gepasseerd en hierbij werd Arie van Waas uit Rotterdam de nieuwe eigenaar. Nog diezelfde dag passeerde ook de akte waarbij Van Waas de helft van zijn nieuw verworven bezit overdeed aan Coenraad Welter te Schiedam.

Het was toen een heel complex aan de Haagse Trekvaart onder de gemeente Soeterwoude met knechtswoningen, schuren en verder getimmerte. De molen wordt beschreven als zijnde een achtkante windmolen, voorheen geweest zijnde een lakenvolmolen en thans ingericht tot een olie- of trasmolen, genaamd ‘Het Fortuin’. Toen op 23 september 1833 Van Waas zijn helft moest bezwaren met een hypotheek van ƒ 1200,= werd de molen beschreven als een achtkante wind-oliemolen. Kort daarop op 2 juli 1834 verkocht Van Waas zijn helft voor ƒ 2800,= contant aan de olijslager Welter. 

03-03-1840 Opregte Haarlemsche Courant
De genen welke iets verschuldigd zijn, of te vorderen hebben van wijlen den heer JAN MARYT, Lakenvolder, overleden den 12den Januarij l.l. te Leyderdorp, bij Leyden, gelieven daarvan opgave of betaling te doen vóór op op den 15den Maart eerstkomende, ten Huize van J. MARYT, op de Volmolen, onder Leyderdorp, of bij P. MERLIJN, Koren-Molenaar, aan de Witte-Poort te Leyden.

Op 28-01-1841 werd een vennootschap aangegaan tussen Coenraad Welter, Jacobus Couvée Sr en Abraham Couvée, bestaande in het fabriceren van oliën en het malen van tras en schelpzand. In die tijd stond de molen beter bekend als de oliemolen van Couvée. 

18-02-1842 Algemeen Handelsblad
VRIJWILLIGE VERKOOPING,
OP Zaturdag 5 Maart 1842, des avonds ten zes ure, in het Heeren Logement aan den Burg , binnen Leyden : Van een "hechte, sterke, weldoortimmerde welbeklante en in volle werking zijnde achtkante OLIE- en TRASMOLEN , zijnde tevens ingerigt tot het malen van Schulpzand; genaamd het Foruin, niet de daarbij behoorende en onlangs bijna geheel nieuw gebouwde HEERENHUIZJNG,KNECHTSWONINGEN, SCHUREN en verder GETIMMERTE, staande en gelegen aan de westzijde van de Haagsche en Delftsche Trekvaart, nabij de Stad Leyden, onder de Gemeente Soeterwoude, op den perceelsgewijzen Kadastralen legger dier Gemeente, voorkomende in Sectie A,
Nos. 1203, 1204, 1205 en 1206 De voorschreve Molen kan terstond en het Woonhuis met I°. April 1842, door den Kooper worden aanvaard, en zal des Dingsdags en Donderdags van iedere week van des voormiddags ten 10 tot des namiddags ten 2 ure kunnen worden bezigtigd. Zijnde inmiddels nadere informatiën te bekomen ten Kantore van den Notaris J. A. PRYN , residerende te Leyden.

07-03-1842 Zoeterwoude
Zoeterwoude, geheel en alleen Eigenaars geworden zijnde, recommande zich de ondergeteekenden, in de toegenegenheid hunner begunstigers, loovende eene prompte en civiele bedining. Leiden, den 7den Maart 1842
Inform. B. Bulder, 14 januari 2019

 

Op 28 januari 1847 werd de molen getroffen door een zware storm. De toenmalige eigenaar J. Couvée vervaardigde een tekening van zijn zwaar beschadigde molen die thans in het Gemeente Archief te Leiden is. Op de oliemolen waren de gebr. De Brander uit de Zaanstreek werkzaam. Zij herbouwden de molen na de storm, maar een van de gebroeders verdronk in de Fortuinsloot nadat hij te diep in het glaasje had gekeken.

 

02-02-1847: Rotterdamsche courant

Buiten de Koepoort te Leyden is donderdag morgen, door de hoos of rukvlaag, wier uitwerkselen in de omstreken onzer stad wij in onze vorige vermeld hebben , het geheele kapwerk van den oliemolen van den heer Couvée, met roeden en as, vernield , en ook aan den zaagmolen van den heer Meerburg, buiten de Marschpoort, eene weinig mindere schade te weeg gebragt.

 

De molen werd rond 1890 onttakeld.