wetenswaardigheden

Vanaf het einde van de Middeleeuwen werd turf als brandstof steeds belangrijker. Op veel plekken in wat nu de gemeente Ronde Venen heet, is het oorspronkelijk veenland uit geturfd. Door het op deze wijze afgraven van de grond ontstonden in de omgeving van Mijdrecht verschillende meren. Die meren zijn later ingepolderd, waarbij als eerste de Polder Eerste Bedijking der Mijdrechtse Droogmakerij aan de beurt was.

De drooglegging van deze eerste polder was een langdurige zaak. De bemaling startte in 1790 met windmolens, maar had geen resultaat. In 1805 werd een stoomgemaal ingezet, het was de tweede bemaling met een stoomgemaal in Nederland. Ze werd door twee cilinders aangedreven. Het malen met dit stoomgemaal mislukte, het functioneerde niet goed. In 1838 greep het rijk in en zeven jaar later in 1845 was de polder droog.


Met twee molengangen en elk vier molens lukte het de polder wel droog te krijgen.

De windmolens werden met staatsfinanciën in 1838 verbeterd. Ze kregen vijzelmolens in plaats van schepraden. De molens hebben vervolgens tot 1885 de polder drooggehouden. Toen verving één nieuw stoomgemaal alle molens, een aantal fungeerde daarna als reservemolen. Het huidige stoomgemaal uit 1885 kwam op de plaats van de oude uit 1805.