bouwjaar
verdwenen
verbrand
eigendomshistorie

Molenaars op deze molen waren: 
Cornelis van Klaveren tot 22 juli 1797. 
Huijbertus Zwartendijk (1775-1839) tot 23nov. 1839. 
Willem van Bemmelen (1802-1885) van ±1845 tot ±1862. 
Andries van Bemmelen (1828-1883) van ±1862 tot 19 juni 1880. 

geschiedenis

1832: Pondskoekermolen
De wipmolen 'de Pondskoekermolen' wordt gebouwd, aan de zuidzijde van de Kerkvaart. 

 

De in 1880 verbrande poldermolen was de zogenaamde Pondskoekermolen, staande naast de Pondskoekensluis, aan de Kromme Mijdecht-kerkvaart. Het was een grote zwartgeteerde wipmolen. 
De schutsluis is in de tweede helft van de zeventiende eeuw aangelegd en heeft nu de status van rijksmonument. 
Turfschepen maakte dankbaar gebruik van de Kerkvaart en de sluis. Men denkt dat de pondskoekensluis zijn naam dankt aan de schippers die vanuit de vroegere Mijdrechtse koekfabriek koeken via de sluis naar elders vervoerden. Ze betaalden dan met een pond koek en konden zo het sluisgeld zelf behouden. 
Na uitgebreid archiefonderzoek door Martien van Balgooi te Mijdrecht kon de datum waarop de molen afbrandde worden vastgesteld op 19 juni 1880. 
Adriaan van Grieken, 19 december 2012.

 

Via de Kromme Mijdrecht wordt het water afgevoerd van de polders ernaast. Doordat de polders zijn ingeklonken, ligt de rivier de Mijdrecht ruim 1,5 meter hoger. Daarom zijn er 2 gemalen gebouwd: Zevenhoven en Noordsebuurt. Deze gemalen pompen het water uit de polders naar de rivier. Via de rivier stroomt ook het water van de Bijleveld en de Geer naar de Amstel.

De molen brandde op 19 juni 1880 geheel af en daarna niet meer herbouwd. 

 

21-06-1879: Algemeen Handelsblad

Aanbesteding. Het bestuur van het groot waterschap De Ronde Venen, zal op Donderdag den 26sten Juni 1879, des middags 12 uren, in het Raadhuis te Mijdrecht publiek verkopen:

De vernieuwing van de Pondskoekersluis bij den Pondskoekermolen. Het bestek is ad f 0,50 verkrijgbaar bij den Secretaris te Mijdrecht, terwijl in loco zal plaats hebben op Woensdag den 25 Juni 1879, des Voormiddags 11 uren.



25-06-1880: Advertentieblad
"Aangaande onweders op 19 en 20 dezer. In de gemeente Mijdrecht werd de Ponskoeker watermolen door den bliksem getroffen en brandde tot den grond toe af.


23-06-1880: Het Vaderland
Te Mijdrecht werd de Ponskoeker watermolen door den bliksem getroffen en brandde tot den grond toe af. Te Kuilenburg werd van een viertal polderwerkers, die voor den regen onder een boom beschutting zochten, één door den bliksem getroffen en gedood, terwijl twee anderen in bewusteloozen toestand verkeerden, doch hersteld zijn, Inde buurtschap Wijnbergen onder Doetinchem sloeg de bliksem ineen boerderij, die geheel afbrandde.

 

26-04-1895: Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad

Mijdrecht, 25 April, Door Burgemeester en wethouders is aanbesteed de oplevering van eene ijzeren ophaalbrug over de Pondskoekersluis.

Voor het maken van een grondduiker, het stellen van de brug en het amoveeren van de grondmuren van den voormaligen Pondskoekermolen enz.

bronnen

In “Molenspiegel” - “Het Lied van de malende molen in proza en poëzie” door A. Bicker Caarten, staat een verhaal over het afbranden van de Pondskoekermolen. Uitgegeven te Zaltbommel in 1976. Het betreft een gedeelte uit de brief van Jan Lunenburg aan A. Bicker Caarten en geeft een kijkje in het leven van de Van Griekens, molenaars der Uithoornse polder, en de molenaars op korenmolen “Het Lam” van Uithoorn. 
Jan Lunenburg, (1923-2000) schrijver, tekenaar en historicus was een groot kenner van de Hollandse molens. 
Hij was een zeer goede vriend van mijn vader, de molenaar Johan van Grieken (1887-1966).