bouwjaar
afkomstig uit Zaandam-Oost
verdwenen
1949 onttakeld 1982 gesloopt
geschiedenis
Met het geldzakje veilig onder zijn hemd, plat op de borst, vertrok vergezeld van zijn zwager, op zekere dag in het jaar 1903 een jonge ondernemende Woudenbergse molenaar met de trein naar Zaandam. Hij voelde zich een rijk man, met tweeduizend gulden op zak. Dat geld zou hij later op de dag, na flink onderhandelen, ruilen voor een molen, die daar te koop stond.
In november van hetzelfde jaar begon H.van Bentum in zijn molen ‘De Liefde’ aan de Maarsbergseweg in Woudenberg een nieuwe zelfstandige loopbaan. Voorheen was hij bakker te Ermelo.

De molen die goed in elkaar zat met houten pinnen, werd geheel gedemonteerd en per boot naar Amsterdam vervoerd. Vandaar werd de molen in een goederentrein geladen en vervoerd naar het station Maarsbergen. Van daaruit werd de molen stukje bij beetje door vele boeren uit de omgeving per paard en wagen naar zijn bestemmingsplek gebracht. Abraham Wijnveen uit Voorthuizen bouwde de molen voor zevenhonderd gulden weer op.

Andries van Bentum de zoon van Hendrik van Bentum (1878-1936) hielp al vanaf zijn 13e jaar mee door met paard en wagen naar Amersfoort te rijden om daar maïs en gerst op te halen voor zijn vader.
In 1922 is er een stenen voet onder de molen gebouwd. De molenaar woonde naast de molen in het molenaarshuis. In 1936 is hij overleden. In dat jaar volgde Andries van Bentum (die na 8 zusters het levenslicht aanschouwde) zijn vader op. Samen met zijn broer Dirk werd het werk van de molenaar voortgezet. Tot 1949 is er met de molen nog op ambachtelijke wijze meel gemalen. Na verwijdering van gevlucht en staart in 1949, bleef de kap nog een poos op de romp zitten. Om de kap verwijderd te krijgen werd de kap in brand gestoken. In 1982 werd de rest van de molen gesloopt. Bruikbare balken werden opgekocht door een meubelfabriek.

Met dank aan de M.F. van Bentum.
-----

Volgens de jaarboekjes van stichting de Utrechtse molens was het de bedoeling dat de kap van deze molen zou worden gebruikt op molen Maallust in Amerongen. De kap was echter zo slecht dat dat er nooit van gekomen is.
Willem van Breenen.