- bouwjaar
-
circa
- verdwenen
- voorganger
- geschiedenis
-
Na het verbranden van de voorganger moet er een nieuwe molen zijn gebouwd, op de TMK van ca. 1850 alsmede op de topografische kaart van 1898 staat de molen aangegeven.
24-01-1889: Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad
Linschoten, 22 Jan. In de op 10 dezer alhier gehouden vergadering van stemgerechtigde ingelanden van het waterschap Wulvenhorst en de beide Vlooswijken werd aan de orde gesteld een voorstel van het bestuur tot stichting van een stoomgemaal, ter vervanging van den bestaanden wipmolen, en wel in vereeniging met het waterschap de Lagenpolder. Deze vergadering was belegd doordien 9 van de 10 ingelanden , vertegenwoordigende 202 stemmen, de gebrekkige windbemaling moede, hun steun en medewerking daarvoor hadden te kennen gegeven.
De boeren, in de laatste jaren reeds zooveel schade geleden hebbende, verheugden zich thans reeds met een toekomstig stoomgemaal. liet spreekwoord : acht uw vijand (tegenstander) niet te licht, werd in deze vergadering echter in den volsten zin des woords bewaarheid, want reeds bij den aanvang der vergadering bleek het dat bedoelde tegenstander door zijn veelvermogenden invloed een ander voornaam ingeland, vertegenwoordigende 82 stemmen, enkele dagen te voren tot andere gedachten had weten te brengen, tengevolge waarvan het voorstel met 153 van de 248 vertegenwoordigd zijnde stemmen werd verworpen. Dat dit waterschap alzoo wellicht nimmer in het bezit zal komen van een eigen stoomgemaal, is zoo goed als zeker. Na afloop dezer stemming had er eene nog al warme discussie plaats tusschen bedoelde tegenstanders, mr. W. 0. T. van Oudheusden van Achttienhoven, en den voorzitter, betreffende de in het rapport voortkomende cijfers; beiden verdedigden krachtig hunne meening daaromtrent ' , mede trad in dit strijdperk op de heer C. B. van Baaren ' die met zijne bekende welsprekendheid met kracht den voorzitter en het bestuur ter zijde stond. Na sluiting dezer, langdurige discussie werd op voorstel van den heer Van Oudheusden voornoemd, goedvonden en besloten, eene commissie van twee leden aan het bestuur toe te voegen , ten einde bij vernieuwing een nauwkeurig onderzoek te doen in hoeverre eene finale ontlasting aan den polder Papekop, die behalve een windmolen nog een hulpstoomgemaal bezit, mogelijk en uit een finantieel oogpunt beschouwd, wenschelijker is dan voor eigen rekening een stoomgemaal te bouwen , waarvan de kosten waren geraamd op f 12000 en de exploitatiekosten, enz. op f 5.30 per hectare jaarlijks; onder het tegenwoordige gemaal bedroeg de omslag over 1888 f 4.04. Op voordracht van den voorzitter werden tot commissieleden benoemd de heeren me. W. 0. T. van Oud heusden van Achttienhoven en C. B. van Baaren.