bouwjaar
verdwenen
1928 onttakeld 1935 verbrand
geschiedenis

Hendrik te Winkel kreeg in 1853 toestemming een koren- en runmolen te bouwen. Op 31 december kwam Zwier Koldewijn uit Diepenveen als molenaar te wonen in het nieuwe huis bij de molen. In 1858 werd hij opgevolgd door Barteld Schluter uit Wierden, en die op zijn beurt rond 1875 door Jan te Winkel, zoon van Hendrikus op de Bathmense molen.

Omstreeks 1928 verkocht J. te Winkel de molen aan de Coöperatieve Landbouwaankoopvereniging, die liet in 1928 de wieken en de stelling verwijderen en gebruikte de romp als pakhuis. Op 30 januari 1935 verbrandde de romp van de molen, waarna de rest werd gesloopt.
Tegen de onderbouw van de molen was in een schuur de elektriciteitscentrale van Bathmen gevestigd.

bronnen

Bronnen:
- archief Ten Bruggencate.
- "Molens van Bathmen en molengeschiedenissen", R. Boonstra. Oudheidkundige Kring Bathmen, 11e jg. nr. 4 1991 (coll. H. van der Kaay).