In 1604 is een windkorenmolen gebouwd ten noorden van de Polsbroekerdam voor de inwoners van Benschop en Noord Polsbroek. Het was een ,,geldmolen". Het maalloon moest in geld betaald worden in tegenstelling met de ,,schepmolens", waar de molenaar uit iedere zak een schep voor zichzelf hield.

Leendert Jansz. (Harmen) Blanken, voormalig korenmolenaar in Benschop, verkocht op 5 mei 1691 aan Cornelis Harmensz wonende in Benschop, de helft van een korenmolen, staande op gemeentegrond van Benschop, achter het huis van Huijbert Nanningsz Stolker, herbergier aan de Polsbroekerdam voor de prijs van ƒ 1200,--. 

Cornelis Harmensz Schinkel verkocht op 6 december 1699 aan Arie Jansz Blanken 
de helft van een windkorenmolen, staande op gemeentegrond van Benschop, achter het huis van Beligje Cornelisdr. weduwe van Huijbert Nanningsz Stolker, herbergierster aan de Dam voor de prijs van ƒ 1612,--.

Arie Jansz (Harmen) Blanken werd toen eigenaar van de hele Korenmolen. Hij was op woensdag 27 april 1650 in Benschop in het huwelijk getreden met Trijntje Cornelisse Lekkerkerk.

In de jaren 1803 en 1804 had de molenaar aan de Dam respektievelijk 1560 en 1820 mud koren gemalen, als maalloon rekende hij 8 stuivers per mud.

In het kadaster van 1811-1832 onder nr 9 wordt vermeld dat eerst
ene Evert ... korenmolenaar was en daarna Cornelis van Schieveen.

24-04-1856: Opregte Haarlemsche Courant

De Notaris O.W. van Geytenbeek, te Harmelen, zal in het Gemeenthuis te Benschop, op Dingsdag den 29sten April 1956, des voormiddags ten elf ure, publiek Veilen en Verkoopen:

Een in volle werking zijnde WIND-KORENMOLEN, mitsgaders HUIZINGE, ERVE en TUIN, staande en gelegen nabij den Polsbroekerdam, onder de Gemeente van Benschop. Te aanvaarden 1 Junij 1856 of vroeger. Breeder bij Biljetten omschreven en met franco Brieven te bevragen bij gezegden Notaris.

1923: De molen werd afgebroken.