In 1652 gaf de stad Haarlem een stuk grond in de Waart (Waarderpolder) in erfpacht uit aan Jacob Cornelis vant Sparen om er een oliemolen plus huis te bouwen.

Voor het laatst in 1674 was er sprake van de oliemolen, in 1674 werd er gesproken over "een wind balk zaagmolen voor dezen zijnde geweest een olymolen". Als eigenaren werden genoemd Dirck Jansz., huisman te Saerdam en de houtzagers Paulus Jansz. en Isbrandt Jansz., en de Haarlemmer Johan Broers.

De erfgenamen van de laatste verkochten de molen in 1705 aan Barent Vriends. Gedurende de 19e eeuw vonden er veel transacties met deze molen plaats, werd het molenerf uitgebreid en kwamen er opslagschuren en een molenaarshuis bij.

Tot 1776 was de molen in handen van de familie Vriends. Willem Vriends verkoopt de helft van de houthandel en de molens 't Vliegend Hert , paltrokmolen De Eenhoorn en de houthandel bij de Eendjespoort aan Vincent van Oukerke.

1783-1810: Van 1783 tot 1810 is Vincent van Oukerke alleeneigenaar van de twee molens en de houthandel.

1810-1816: Erfgename en weduwe Catharina van der Vlugt is eigenares van de houthandel van 1810 tot 1816. In dat jaar verkoopt zij 't Vliegend Hert en de houthandel bij de Eendjespoort aan Anthonie Haartman.

1821: De Eenhoorn wordt in 1821 verkocht aan de houtzagers Jan Kapteijn en Egbert de Vries. 

17/18-08-1894: Door een blikseminslag in de nacht van 17 op 18 augustus 1894 om 5.00 uur raakte de molen in brand, toen onverzekerd eigendom van H. Kors. Hoewel er volgens molenaar A. Attema eerst niets aan de hand leek te zijn, stond de molen een half uur later in vuur en vlam en stortte vervolgens in. De woning en schuren bleven wel gespaard, alleen een geit kwam om het leven. 

Bron ondermeer:

Jos van Schooten, 17-03-2024;

Met dank aan H. van der Kaay: De molens aan het Spaarne, hoofdstuk in De loop van het Spaarne, 1987, Historische Werkgroep Haerlem.