vang

vang
Vlaamse vang; 4 vaste stukken. Vangbalk met duim; vangstok. Kneppel; pal.
inrichting

Eén koppel 17der blauwe stenen (a); twee koppel 17der kunststenen (b, c); buil, koekenbreker; sleepluiwerk (kan ook elektrisch); afschietwerk. Op de tweede zolder twee koppel mechanisch aangedreven stenen op een maalstoel.

overbrenging

Bovenwiel 78 kammen
Bovenschijfloop 31 staven, steek 11,5 cm.
Spoorwiel 121 kammen
Steenschijflopen resp. 43, 41, 40 staven, steek 7,8 cm.
Overbrengingsverhoudingen resp. 1 : 7,08 (a), 1 : 7,43 (b), 1 : 7,6 (c)
Een vierde steenschijfloop met 30 staven zorgde voor een overbrenging van 1 : 10,12. Onbekend is waarvoor deze precies heeft gediend (maar het lijkt veel op een enkel pelwerk).