bouwjaar
verdwenen
gedemonteerd
eigendomshistorie

Molenaars 

In 1764 waren de molenaars op de Strijkmolens aan de Nieuwe Vaart: 
- Jan Bancrasz 
- Arien Klugt 
- IJsbrand Jansz Bruijn, daarna zijn weduwe 
- Claas Bruijn, Jacob Cluft, Claas Hendriks Roode 
- Jan IJsbrandsz Bruijn 
Bron: "Memorie ofte Lijste van alle de Gemene molenaars van de Heer Huijgenwaart".

geschiedenis

Deze molen

Molen A werd in 1941 voor het Openluchtmuseum gedemonteerd.
Door oorlogsomstandigheden is het materiaal verloren gegaan.


De Heerhugowaardse strijkmolens

Tijdens de drooglegging van de Heerhugowaard konden de bedijkers niet voldoende water uitmalen op de Raaksmaatsboezem. Daarom werden 14 boezemmolens gebouwd op de scheiding van Raaksmaats- en Schermerboezem. De strijkmolens maalden overtollig water van de Raakmaatsboezem in de 40 cm hoger staande Schermer(later -boezem). Omdat de opvoerhoogte gering was, ze "streken het water af", werden zij strijkmolens genoemd. De boezemmolens waren nodig omdat de uitstroom van de Raaksmaatsboezem naar het noorden onvoldoende was om het polderwater uit de droog te leggen en te houden polder af te voeren zonder het maximale boezempeil te overschrijden.


Aan de Nieuwe Vaart, bij de Zes Wielen

Hier stonden de strijkmolens A t/m E (19e-eeuwse aanduiding) en een zesde molen. De oostelijke molen ging al in 1688 door brand verloren (ruim voordat de molens met letters aangeduid werden). Molen A werd in 1941 voor het Openluchtmuseum gedemonteerd, daar ging het materiaal door oorlogsomstandigheden verloren. De overige vier molens B, C, D en E bleven wel behouden.


Achter Oudorp

Hier stonden vier strijkmolens, twee van de Heerhugowaardbedijkers, en twee voor rekening van het Geestmerambacht.


Bij Rustenburg

Hier stonden de vier strijkmolens H, I, K en L bij Rustenburg waarvan de I, K en de L nog aanwezig zijn. De molen L staat het dichtst bij Alkmaar, molen H stond het verst van Alkmaar af.

De vier strijkmolens sloegen uit de Raaksmaatboezem (links = noord) uit op de Schermer (rechts). Hiertoe waren er 2 uitstroomopeningen in de Huygendijk.

Na de bedijking en drooglegging van de Schermer in 1635 werd er uitgemalen op de Schermerringvaart.


Chronologie

1627/1628: De bedijkers van de Heerhugowaard bouwen 2 strijkmolens bij buurtschap De Zes Wielen aan de Nieuwe Vaart tussen Oudorp en Alkmaar (dit zijn de molens die later de letters C en D kregen)* , en 4 strijkmolens bij Rustenburg (6) (*).

1630/1631: In opdracht van een commissie van de Staten van Holland bouwen de bedijkers van de Heerhugowaard nogmaals 4 strijkmolens, aan de Nieuwe Vaart (10) (*).

1632: De bedijkers van de Heerhugowaard worden verplicht nog eens 4 strijkmolens te bouwen, waarvan er 2 betaald worden door Geestmerambacht (beheerder van de Raaksmaatsboezem). Deze molens komen achter Oudorp langs de (toekomstige) Schermer ringsloot (14).

1688: Strijkmolen F aan de Nieuwe Vaart verbrandt (13).

1826: Strijkmolen I bij Rustenburg verbrandt (12).

1843: Strijkmolen I bij Rustenburg wordt herbouwd (13).

1864: Strijkmolen I bij Rustenburg verbrandt nogmaals, en wordt weer herbouwd (13).

1919: Strijkmolen H bij Rustenburg (dbnr. 4371) verliest zijn wiekenkruis, wordt afgedicht en verder als woning verhuurd.

1936: De romp van strijkmolen H wordt gesloopt (12).

1941: Het zuidelijke deel van de Raaksmaatsboezem wordt gemeengelegd met de Schermerboezem, daardoor verliezen de strijkmolens hun functie. Strijkmolen A aan de Nieuwe Vaart (dbnr. 4316) wordt naar het Openluchtmuseum overgebracht en verbrandt daar tijdens een bombardement (11). De drie noordelijkste strijkmolens achter Oudorp worden gesloopt (8).

2000: De resterende 5 strijkmolens bij Oudorp worden eigendom van de Molenstichting Alkmaar, de 3 resterende strijkmolens bij Rustenburg worden eigendom van de Stichting Schermermolens.

Bron o.a.: Joan Harmsen, Molenpost 41e jaargang nr. 1, 2014, blz. 8.