trivia

In de molen waren versjes aangebracht: 
1
Deze molen biedt zich aan
om menschen te gerijven,
Wilt dus niet verder gaan
'k verzoek u hier te blijven.
Uw gort of meel wordt hier gefabriceerd
Zoo weinig of zoo veel als door u wordt begeerd.
Het loon is billijk en de bediening prompt
En ik zal zijn verblijd als gij maar vlijtig komt.
Hoort boer en burgerlien
ge wordt hier niet bedot,
Want ge zult altijd zien
Ik eer het achtst gebod!
2
Die wil spreken van de mijn
Ga eerst naar huis, en bezie de zijn,
En vindt hij daar dan geen gebreken
Laat hem dan vrij van mij en mijnen spreken.
3
Wat suist en bromt het ons om d'ooren
Als men het pellen gaat aanhoren.
De wieken suizen door de lucht
De kammen brommen door de staven;
Wat moet de molenaar niet slaven
Als alles gaat met zulk een groote vlucht.
Zoo gaat men garst den bast afpellen
Door steenen die in 't ronde snellen,
Terwijl de wind op 't zeildoek waait.
Dan pelt de dom uit al zijn krachten
Bij dagen en bij sombre nachten,
Terwijl de aarde in 't ronde draait.
4
Kom vrij in de molen
En zie in alle hoeken;
Maar handen uit de kasten
En oogen uit de boeken.
5
Die hier wil koopen, kom vrij inloopen.
Maar die wil borgen, moet wachten tot morgen;
Want vandaag is 't een dag dat ik niet borgen mag.
Zie wat hieronder staat:
Betalen eer ge er uit gaat!